Vereer Iran niet met werkbezoek
De Tweede Kamer moet geen delegatie naar Iran sturen, stelt Ehsan Kermani.
Binnenkort wil een delegatie van de Tweede Kamer naar Iran omdat er in Iran een nieuwe wind zou waaien. Nieuwe wind? Dat vinden de meeste in Nederland woonachtige Iraniërs niet.
Het boek ”De glimlach van Pol Pot”, geschreven door Peter Fröberg Idling, vertelt het waargebeurde verhaal van een Zweedse delegatie die in de hoogtijdagen van Pol Pots regime Cambodja bezocht. Terwijl het regime bezig was miljoenen onschuldige burgers af te slachten, schreven deze delegatieleden hoe geweldig het er in Cambodja aan toeging en hoe het ware marxisme en leninisme eindelijk gestalte gingen krijgen. Het regime-Pol Pot kon zijn misdaden voor deze naïeve delegatie verborgen houden.
Iran is geen Cambodja en de Nederlandse parlementaire delegatie bestaat niet uit geïndoctrineerde leden. Maar de parallellen zijn wel degelijk aanwezig. Terwijl het Iraanse regime de Nederlandse delegatie met motoragenten en zwaailichten door de straten van Teheran van de ene meeting naar de andere brengt, hangt het om de hoek op een plein mensen op en zendt het de video’s hiervan via de staatsmedia uit.
Stel je voor hoe de Iraanse televisiezenders het avondjournaal beginnen met het bezoek van de Nederlandse delegatie en vervolgens overschakelen naar het plein waar Iraanse burgers opgehangen worden. Dat dit scenario mogelijk is, tonen de statistieken. Amnesty International schrijft in haar jaarrapport 2013: „Ambtelijke bronnen hebben de executie van 314 personen bevestigd. Betrouwbare officieuze bronnen vertellen dat er minimaal 230 andere executies hebben plaatsgevonden, veelal in het geheim. Het werkelijke aantal kan zelfs hoger zijn dan 600.”
Sinds het aantreden van de zogenaamd gematigde president Rohani zijn de executies zelfs toegenomen. Volgens dezelfde mensenrechtenorganisatie waren er in de eerste twee weken van januari veertig executies. Dat is blijkbaar de manier waarop Rohani zijn verkiezingsbelofte van gematigdheid en verlichting nakomt.
Tweederangsburgers
In de hoogtijdagen van de apartheid waren er veel organisaties, politieke partijen en politici die Zuid-Afrika boycotten. Iran is geen Zuid-Afrika, maar de apartheid daar is net zo hevig als toen in Afrika. Voor de helft van de Iraanse bevolking, de vrouwen, gelden onderdrukkende regels en wetten. Deze wetten en regels hebben de Iraanse vrouwen tot de tweederangsburgers gemaakt.
Op mijn vraag afgelopen zomer aan een 57-jarige Iraanse kennis wat zij ervan vond om na twee weken vakantie terug te gaan naar Iran, vertelde zij dat het is alsof je naar het huis van je te strenge vader gaat. In een huis waarin je niets mag en geen enkele vrijheid hebt. Met tranen in haar ogen vertelde zij: „Kijk naar deze afschuwelijke hoofddoek, sjaal en zwarte jas die ik in het warme weer van 40 graden Celsius moet gaan dragen.”
Gaan de vrouwelijk delegatieleden ook een hoofddoek dragen zoals het Iraanse regime het hun voorschrijft? De (vrouwelijke) minister van Buitenlandse Zaken van Italië deed dat niet bij haar recente bezoek. Of hebben de Nederlandse vrouwelijke delegatieleden het lef om een keer, al is het maar voor tien minuten, hun hoofddoek in het openbaar af te doen? Dit als solidariteitsuiting aan de Iraanse vrouwen.
Slaven
Een vrouw moet in Iran altijd een man als beschermer hebben. Is het niet haar echtgenoot, dan is het de (eventueel minderjarige) broer, zoon of vader die deze bescherming op zich moet nemen. Dat bepaalt de wet. Zo mag bijvoorbeeld een vrouw niet zelfstandig reizen. Er moet altijd toestemming zijn van een man. Op scholen en universiteiten zijn aparte leslokalen voor vrouwen. Sommige van de gastheren van de delegatie gaan zover om te zeggen dat mannen de stem van een vrouw niet mogen horen. De stem van een vrouw zou die arme mannen in opperste staat van opwinding brengen.
Slaven
Op deze manier zijn vrouwen tot slaven van mannen gemaakt. Regels rond zedelijkheid komen misschien in allerlei religies en heilige boeken voor. Maar in Iran zijn het de overheid en het parlement die dit alles op zeer verfijnde manier in wet en regelgeving hebben opgenomen en dit via scholen, universiteiten en staatsmedia propageeren. Wie de wet overtreedt, wordt gevangengezet en in het ergste geval gestenigd.
Het Iraanse regime weet zich sinds zijn machtsovername in 1979 steeds met een tactiek van ”sholkon/seftkon” („loslaten en vasttrekken”) te handhaven. Onder druk van de sancties is het nu tijd voor loslaten. De kenners van het regime weten dat zolang dit regime blijft, de grove schending van de mensenrechten en de oorlogszucht (tegenwoordig in Syrië en Irak en het opzetten van de sjiieten en soennieten tegen elkaar) zullen voortduren. Het regime zal nooit zijn kernwapenprogramma opgeven. En Rohani zal geen wijzingen in de fundamenten van dit regime kunnen aanbrengen. Hij is slechts een pion van de geestelijke leider Khamenei en de machtige Revolutionaire Garde.
Sancties bevrijdden de Zuid-Afrikanen, het kan de Iraniërs ook bevrijden van een regime dat in vele opzichten erger is dan het apartheidsregime in Zuid-Afrika. Het voortzetten van de sancties, hoewel dat veel leed veroorzaakt voor de Iraanse bevolking, kan uiteindelijk tot een implosie in Iran leiden. Laat onze Kamerleden hun energie daar in stoppen, in plaats van in een reis die door het regime gebruikt gaat worden voor propaganda.
De auteur is tolk, vertaler en journalist.