Postzegelprijzen in Europa lopen ver uiteen
De posttarieven in de Europese Unie lopen te ver uiteen. Dat vindt de belangenorganisatie FFPI, die verder protesteert tegen een verdere stijging van de zegelprijzen.
De organisatie vindt dat Europees commissaris Bolkestein (Interne Markt) stappen moet ondernemen om meer concurrentie en prijsharmonisatie mogelijk te maken.
Volgens een maandag gepresenteerd overzicht van de Free & Fair Post Initiative (FFPI), waarin 7,1 miljoen bedrijven zijn verenigd, kost het verzenden van een brief van 20 gram in Duitsland en Oostenrijk 55 eurocent. In de nieuwe lidstaten Malta en Slovenië is dat omgerekend slechts 16 eurocent. Voor die prijs mag in Malta een brief zelfs 50 gram wegen.
Overigens zijn alle tien nieuwe, hoofdzakelijk Oost-Europese landen aan de voordelige kant. Nederland bevindt zich met een zegelprijs van 39 cent in de middenmoot. De Britten springen er verder uit door voor omgerekend 30 eurocent de verzending van een poststuk van maximaal 60 gram mogelijk te maken. In Ierland kost de goedkoopste zegel weliswaar 48 cent, maar daarvoor mag wel 100 gram in een enveloppe.
De Belgische ex-industrieel en FFPI-voorzitter, Bodson, vindt dat de concurrentie op de Europese postmarkt nog niet goed werkt. Hij pleit ook voor meer marktwerking bij de bezorging van gewone brieven. Bolkestein beet zijn tanden daarop al eerder stuk. Hij kreeg het Europees Parlement, dat medebevoegd is op dit terrein, met moeite zover om concurrentie mogelijk te maken bij de bezorging van pakketjes.
Volgens Bodson verdienen de oude monopolisten in landen als Duitsland en Oostenrijk fors op de bezorging van brieven om daar de verliezen op hun pakketdiensten mee op te vangen. Ook gebruiken zij die winst om in het buitenland overnames te doen. Hij vindt dat die expansiedrang niet op de gewone consument moet worden afgewenteld.