Commentaar: gebrek aan berouw van Volkert van der G. is zorgwekkend
Staatssecretaris Teeven van Justitie legt zich erbij neer dat Volkert van der G., de moordenaar van Pim Fortuyn, begin mei vrij komt. Conform de regels mag hij na het uitzitten van twee derde van zijn straf de gevangenis verlaten. Ook de Kamer voegt zich, zij het tegen heug en meug.
Opvallend is wel dat deze vrijlating in de samenleving zo veel emoties oproept. Elk jaar komen er mensen op vrije voeten die verschrikkelijke misdaden op hun geweten hebben. Dat trekt echter niet de aandacht. De oorzaak is dat hun misdrijf een tamelijk onbekende burger trof.
Het verschil in ophef is dus wel verklaarbaar, maar niet terecht. De moord op een bejaarde vrouw is net zo verschrikkelijk als die op een spraakmakend politicus. In beide gevallen heeft de misdadiger een medemens van het leven beroofd. Bij alle ophef die er nu ontstaat over de vrijlating van Volkert van der G. is het goed te bedenken dat er in ons land honderden nabestaanden zijn die met dezelfde gevoelens worstelen als de familie en vrienden van Fortuyn.
De kwestie waar het om draait, is dat in ons systeem van strafrechttoepassing de regel geldt dat mensen bij goed gedrag in vrijheid worden gesteld als ze bijna 70 procent van hun straf achter de rug hebben. Die regel geldt voor iedere veroordeelde, of hij nu bekend is of onbekend. Wie de rechtsstaat respecteert, wijkt daar niet van af. Ook niet als dit bij een specifiek geval in de samenleving op weerstand stuit.
Heel verstandig dus dat Teeven en de Kamer zich nu bij de invrijheidstelling van Volkert van der G. neerleggen. Wel zou de politiek er goed aan doen om voor de toekomst de regels voor vervroegde vrijlating nog eens grondig te bezien. Daarbij moet overigens wel worden bedacht dat een beperking van die regel consequenties kan hebben voor de strafmaat die rechters vaststellen. Nu houden ze bij hun vonnis rekening met de bestaande praktijk. Als misdadigers voortaan de hele straf moeten uitzitten, zouden rechters de neiging kunnen krijgen om lagere straffen op te leggen.
Volkert van der G. komt vrij. Maar hij is bepaald geen vrij man. Er zijn allerlei regels waar hij zich aan moet houden. Maar zelfs als die –op termijn– worden afgeschaft, is hij nog niet vrij. Het meest triest is namelijk dat hij geen enkel teken van berouw toont.
Hoewel de verontwaardiging over zijn vrijlating verklaarbaar is, zou de zorg over de halsstarrigheid van Volkert van der G. die moeten overstemmen. Niet alleen omdat deze houding het nare gevoel oproept dat Van der G. kennelijk zo’n moord zonder problemen op zijn geweten kan hebben en daarom dus mogelijk zoiets opnieuw zou kunnen doen. Maar vooral omdat hij met die last nooit echt vrij man zal zijn.
In deze weken wordt er vaak stilgestaan bij de kruisiging van Jezus Christus op Golgotha. Hij hing daar samen met twee moordenaars. Een van die twee schonk hij vergeving omdat Hij voor hem gebeden had bij Zijn Vader. Zou dit geen signaal voor christenen moeten zijn om vooral voor Volkert van der G. te bidden? Wie dat doet, voelt zijn boosheid over de vrijlating van Volkert van der G. zakken. Hij is misdadiger, maar ook een mens met een ziel.