Kamer laconiek over mislukken EU-top
De Nederlandse politiek zit bepaald niet in zak en as na het mislukken van de Europese top in Brussel. Alleen de PvdA spreekt van een zwarte dag voor Europa. Bij andere partijen overheerst het gevoel dat een slecht akkoord over de Europese grondwet is voorkomen.
„Europa heeft een historische kans gemist”, meent PvdA-kamerlid Timmermans. Maar zijn VVD-collega Van Baalen hangt juist het dezer dagen veel gehoorde adagium „beter geen akkoord dan een slecht akkoord” aan. Dat vinden ook coalitiegenoten CDA en D66. „Kwaliteit gaat boven snelheid”, aldus CDA’er Van Dijk.
Van der Staaij (SGP) sluit zich hierbij aan. Hij heeft begrip voor de vasthoudendheid waarmee Polen en Spanje bleven hameren op een voor hen gunstige stemmenweging. De SGP’er wijst er bovendien op dat er nog steeds geen verwijzing naar de Joods-christelijke religie in de preambule van de Europese grondwet was opgenomen. Dat kan nu misschien bij de volgende onderhandelingen worden rechtgezet.
ChristenUnie-fractievoorzitter Rouvoet verwacht niet dat dit gebeurt. „Nederland heeft op dat punt weinig medestanders.” De koppigheid van Polen en Spanje deed hem overigens van tevoren al vrezen dat de EU-top zou mislukken. „Voor Europa is dit een bittere pil, maar ik had er al rekening mee gehouden.” Ook hij ziet liever geen grondwet dan een slechte, „want dat zou zich al snel wreken.”
SP’er Van Bommel lacht in zijn vuistje over de mislukking van de top. Dat het Europese proces vertraging oploopt, juicht hij toe. „De snelheid van Europa was al veel te hoog. De Europese burger snapt het al heel lang niet meer.”
PvdA-kamerlid Timmermans sombert dat de kansen op inwilliging van Nederlandse eisen over het Stabiliteitspact nu wel erg klein zijn geworden. Op de top in Brussel had Nederland nog wel een succesje kunnen boeken, maar de kans daarop wordt een stuk kleiner als alle partijen zich in vervolggesprekken dieper gaan ingraven. Andere partijen zien nog wel mogelijkheden. Maar dan moet Nederland wel zijn slag slaan voordat ons land in de tweede helft van 2004 de Europese voorzittershamer in handen krijgt. De EU-voorzitter heeft nu eenmaal minder ruimte om zijn eigen belangen goed te behartigen.