Kom, overdenk toch uw zonden. Dat zou u onder Gods zegen, met de verloren zoon, tot opstaan kunnen bewegen. Lees veel in Gods Woord, hoor het in Zijn huis en vraag naar de goede weg aan hen die de Heere vrezen. Houd aan in het gebed met erkenning van uw eigen onmacht: Bekeer mij Heere, zo zal ik bekeerd zijn, trek mij en ik zal U nalopen. Schep in mij een rein hart.Heeft de Heere u aangenomen als een verloren zoon en met al die kostelijkheid van mijn tekst versierd, wat moest dit alles u niet aanzetten tot dankbaarheid, nederigheid en erkentenis van Gods eeuwige liefde. O, wat een goedheid, met het voorbijgaan van vele duizenden. Juist u heeft Hij uitgekozen. Waarom was het op u gemunt, daar zo velen gaan verloren, die Hij geen ontferming gunt?

U was met de verloren zoon afgedwaald en was verre van God. Hij zag u eer u naar Hem wilde omzien. U was dood en Hij heeft u levend gemaakt. U was verloren en Hij heeft u gevonden.

O, geliefden, dat het u mag aanzetten tot een betamelijke wandel. Bent u, met de verloren zoon, nabij gebracht, houd uw gang dan dicht bij de Heere, om teder en nauwgezet in deugd en heiligheid te leven. Bent u in Christus gerechtvaardigd, bekleed met het beste kleed? Zoek dat toch onbevlekt te bewaren. „Kinderkens, bewaar u zelf van de afgoden.’’

J. Barueth, predikant te Dordrecht (De predikende en wonderdoende Christus, 1754)