Van maismolen tot scholen
WERKENDAM. De christelijke hulpverleningsorganisatie Stéphanos bestaat 25 jaar. „In Malawi bereiken we 3000 tot 3500 kinderen, in Zambia circa 900.”
Het begon allemaal klein, vertelt bestuurslid G. Mostert uit Werkendam. „Stéphanos heeft in 1989 een kleine maismolen gerealiseerd in Malawi. Dat was het eerste project. In het werkgebied van Stéphanos wordt mais verbouwd. Mensen uit de regio kunnen tegen een kleine vergoeding maismeel laten maken. Dat gebruiken ze voor sima, een maispap die veel in Malawi wordt gegeten.” Grondleggers van Stéphanos waren destijds de hervormde predikanten ds. K. Veldman en ds. C. van den Berg, zegt Mostert, die als woordvoerder van het bestuur optreedt.
Toen was de doelstelling van Stéphanos breder dan nu. „Tot 2004 was Stéphanos een zendings- en diaconale organisatie uitgaande van de Nederlandse Hervormde Kerk. Het zendingswerk is in 2004 overgenomen door de Hersteld Hervormde Kerk. Wij zijn een interkerkelijke hulpverleningsorganisatie. De verspreiding van de boodschap van Gods Woord is en blijft een belangrijk onderdeel van onze doelstelling”, zegt Mostert, die vele malen naar het Afrikaanse land reisde en daar onder de indruk kwam van de nood.
Het werk van Stéphanos groeide flink sinds 1989, zegt de oud-zakenman. „In Malawi werken ongeveer honderd lokale mensen voor Stéphanos. We hebben er een boerderij met koeien, geiten en kippen. Ze verbouwen er rijst, mais, tomaten, paprika, bananen. Verder is er een kleuterschool voor weeskinderen uit onze opvanghuizen. De lagere school trekt 350 leerlingen uit de wijde omgeving. Die voorziet in een grote behoefte. Een kleine 150 leerlingen volgen daarna een beroepsopleiding, waar zij kunnen leren voor onder meer timmerman, elektricien en landbouwer.”
In opdracht van de overheid van Malawi is de opvang van weeskinderen de laatste jaren veranderd. „Van de 115 weeskinderen die wij opvingen in 9 huizen, zijn er nog maar 35 à 40 over in 4 of 5 huisjes. De overheid wil niet meer dat de kinderen lang in de goed voorziene ‘weesdorpen’ verblijven, maar dat zij in hun eigen cultuur, in de dorpen waar zij vandaan komen, worden opgevangen.”
Grote plannen voor de toekomst heeft Stéphanos niet, zegt Mostert. De financiële situatie laat dat ook niet toe. Door de economische crisis en de interne spanningen die er waren, liepen de inkomsten terug. Mostert wil niet te veel zeggen over het verschil van inzicht met twee oud-medewerkers. Hij wil dat boek graag sluiten en „vooruitkijken.” Mostert hoopt dat de kwestie over en weer vergeven wordt.
Vier jaar geleden verbreedde Stéphanos het werkveld naar Zambia. „Daar werken Anneke van Asselt en Jeannette van Oostrum. We hebben daar twee eenvoudige onderkomens. Van daaruit bezoeken Anneke en Jeannette dorpen in de omgeving. Ze geven taal- en rekenles op schooltjes en combineren dat met Bijbelvertellingen. Daarbij gebruiken ze onder meer platen met Bijbelse voorstellingen.”
De twee medewerkers verlenen waar mogelijk ook praktische steun, zegt Mostert. „Soms brengen ze iemand naar het ziekenhuis. Op kleine schaal betalen we ook medicijnen.”
Het 25-jarig bestaan van Stéphanos wordt niet groots herdacht. Wel is er op 24 mei in de hervormde kerk van Montfoort een herdenkingsdienst, waarin de predikanten C. van den Berg, A. A. Brugge en R. P. van Rooijen spreken. Het komende magazine van Stéphanos besteedt aandacht aan het jubileum. „Dat geldt ook voor plaatselijke comités.”
Mostert is niet alleen bestuurlijk actief voor Stéphanos. Op zijn terrein bij Werkendam liggen stapels planken te drogen. Daar laat hij onder meer meubels van maken –vanboomnaardroom.nl–, waarvan de opbrengst naar Stéphanos gaat.