Visindustrie vreest verlies 1300 banen
De Nederlandse vishandel en -industrie vreest een verlies van 1300 banen als de voorstellen van de Europese Commissie om de vangstquota drastisch te verminderen doorgaan.
Dat blijkt uit berekeningen van het Landbouw Economisch Instituut (LEI), die de Visfederatie vrijdag heeft meegedeeld. Het LEI schat het inkomensverlies in de visverwerkende industrie op ongeveer 100 miljoen euro.
Volgens de Visfederatie -de koepelorganisatie van de vishandel en -verwerkende industrie- zijn de gevolgen van de vangstbeperkingen onverantwoord groot. De sociaal-economische gevolgen zouden niet in verhouding staan tot de onzekerheden die biologen aangeven over de visstand.
De federatie van organisaties in de groothandel in en bewerking van vis waarschuwt dat de effecten op de langere termijn groter kunnen worden, omdat verwerkingscapaciteit en vakbekwaam personeel verdwijnen. „Als de quota in de toekomst weer naar boven gaan, zal de sector onvoldoende in staat zijn de aangevoerde vis te verwerken en te verkopen.”
Ook is de Visfederatie bij monde van voorzitter G. Pastoor van mening dat door enorme schommelingen in de quota voor platvis de consument onnodig schrik wordt aangejaagd. „Mensen kunnen ten onrechte het idee krijgen dat de visserij de zee heeft leeggevist. Maar in de EU hebben wij juist een uitgebreid systeem van vangstbeheersing. Het is echter veel te ingewikkeld.”
De Visfederatie roept minister Veerman van Landbouw op om volgende week in Brussel niet akkoord te gaan met de voorstellen van de Europese Commissie. Er is een alternatief voorhanden door de lijn van stabiliteit voor de huidige platvisquota te kiezen, gekoppeld aan een langeretermijnbenadering, waarbij de quota jaarlijks binnen een bandbreedte mogen fluctueren.