Luthersen pinken een traan weg
De zilveren en rode ballen in de kerstboom weerspiegelden de lutherse synodeleden die vrijdag bijeen waren in de lutherse kerk aan de Hamburgerstraat. Weemoed en onzekerheid kleurden de vergadering, maar van een negatief besluit was geen sprake. Bepalend voor de stemming was de constatering dat de Evangelisch-Lutherse Kerk op eigen kracht niet verder kan.
Met zes stemmen tegen nam de 36-koppige synode het verenigingsbesluit aan. Tranen stroomden over de wangen van de synodeleden. „Het wordt nooit meer zoals de kerk waarin je groot geworden bent”, zegt synodelid ds. P. Akerboom-Roelofs na de stemming. Ze schiet opnieuw vol. „Je deelt een stuk geschiedenis samen. Van de week heb ik door het huis lopen stampen. Ik wilde geen dominee meer zijn in zo’n kerk. Er zijn zulke rottige dingen gezegd over de luthersen en hun belijdenisgeschriften. Maar het is belangrijk dat we naar de toekomst kijken. Er moest iets doorbroken worden in dat kleine clubje.”
Tijdens de lunch voorafgaand aan de vergadering verzekerden verschillende synodeleden dat de fusie, als het aan hen lag, zou doorgaan. Volgens de presidente, drs. I. Fritz, lag er echter een scenario klaar voor wanneer de benodigde drievierde meerderheid niet gehaald zou worden.
De bezwaren komen volgens drs. Fritz, zo zei ze desgevraagd, van voormalige hervormden en gereformeerden die luthers zijn geworden. „Daar zit veel pijn. Zij willen dan ook niet terug.” Andere breekpunten die tijdens de zitting naar voren kwamen, zijn de financiële draagkracht van de ELK en de vernieuwende kerk die nooit kwam.
Drs. J. B. Val: „Hier staat iemand die toch anders denkt dan de meesten van u. Aan het begin van het traject werd het Woord dat bij de calvinisten is, gebruikt in een vurig pleidooi om ook de luthersen te laten instappen. Hebben we dat Woord nu bij de calvinisten gevonden en kunnen we nu wel overleven? Ik heb er zo weinig van gemerkt. Er staat geen nieuwe kerk, alle aandacht ging uit naar het instituut.”
Ds. D. Th. Strasser: „Ik voel mee met mensen die angst hebben voor het onbekende, angst om te verdwijnen in het groter geheel. Er is ook angst om los te laten wat door onze voorouders aan ons is toevertrouwd. Onlangs wist ik een hervormd-gereformeerde broeder aan mijn zijde. Ook voor hen gaat er veel veranderen en ik hoop van harte dat ze niet zo dom zullen zijn om zich helemaal in te graven. Ik kreeg ook positieve berichten van de hervormd-gereformeerden. Sommigen zeiden tegen me: Je gaat toch wel mee, hè?”
Tijdens de vergadering werd er vooral een sterk appèl op de twijfelaars gedaan. Dr. C. F. G. E. Hallewas noemde afwijzing van het verenigingsbesluit een „horrorscenario” en deed een klemmend beroep op de synodeleden om de consequenties van hun gedrag te overzien. „Het gaat niet alleen om een persoonlijke keuze, maar om het bereiken van een consensus die perspectieven biedt.”
„Zelfstandig voortgaan betekent dat niet aan elke gemeente een predikant kan worden verbonden”, zei dr. H. van der Meer. „In eenderde van de gemeenten is nu al een vacature. Binnen afzienbare tijd zal de lutherse traditie uitgestorven zijn. Als wij uitstappen, loopt ook de hereniging tussen hervormden en gereformeerden stuk. Veertig jaar samenwerking is dan weg. Moeten wij nu het wonder bewerken waarom in sommige behoudende hervormde gemeenten wordt gebeden? Hoe groot zal de ravage zijn die je achterlaat?”
Ondanks een ontspannen zitting, met zelfs hilarische momenten, was de spanning tijdens de stemming voelbaar. De synodeleden stemden hoofdelijk over het fusievoorstel. „Van tevoren dachten we dat het kiele kiele zou worden”, zegt ds. J. H. Poppen.
Na de stemming sprak drs. Fritz van „een historisch besluit, dat niemand van ons zonder een traan neemt.”
De Evangelisch-Lutherse Kerk is met 14.000 leden de kleinste partner in de PKN.