Les voor werkzoekende bouwvakkers: Moedig zijn is bang zijn en toch handelen
Als wij geen oplossingen zien, wil dat niet zeggen dat ze er niet zijn, zei Fred Koolhof van Ontdekkingsreiziger BV maandag tegen een zaal vol werkzoekende bouwvakkers in Rijssen.
Anders kijken naar dezelfde dingen: daarom draaide Koolhofs lezing gisteren, tijdens een dag met workshops van CNV Vakmensen voor bouwvakkers. Behalve dat onze hersenen allerlei voorwerk doen zodat we soms alleen maar dénken dat we zien wat we zien, is het ook nog eens zo dat twee mensen hetzelfde plaatje kunnen bekijken, maar het verschillend vertalen. De één ziet een eend, de ander een konijn, in dezelfde lijnen.
Waarom hij het zo belangrijk vindt om dit aan werkzoekenden te vertellen –via allerlei beelden, varianten op dezelfde boodschap– maakt Fred Koolhof snel duidelijk. Twee zien meer dan één. Bijvoorbeeld: wie met anderen praat, ontdekt nieuwe dingen. Spreek mensen, adviseert hij, en zorg dat je „een liftpraatje” klaar hebt: een boodschap waarmee je binnen één minuut kunt vertellen wie je bent, wat je te bieden hebt.
Ooit was Koolhof een directeur bij verzekeringsmaatschappij Achmea. „Ik dacht dat ik de zaken goed voor elkaar had, ik reed in een dikke auto en alles leek in orde.” Daarnaast was hij reserveofficier in het leger; in 2009 ging hij mee op een missie naar Afghanistan. Daar zou hij lesgeven aan jonge Afghanen die een eigen bedrijf wilden starten. „Echter, de spullen die ik daarvoor nodig had, had ik niet. Eerst zat ik drie dagen te mopperen. Daarna dacht ik: ik kan blijven klagen over het donker, of een kaars aansteken.” Koolhof koos voor de kaars. Concreet hield het in dat hij de poort uitging om aan de Afghanen te vragen wat zij nodig hadden voor de les, in plaats van te blijven staren naar de spullen die ontbraken.
Klagen raadt hij sowieso af. „Het is makkelijker dan zeggen wat we wél willen.” En een werkgever hoort liever dat laatste, verzekert Koolhof.
Hij kan het weten: in zijn tijd bij Achmea nam hij zelf mensen aan. Daar kwam een eind aan toen hij moest vertrekken vanwege een reorganisatie. „Ik had helemaal niks –weg dikke auto– behalve die ervaring in Afghanistan. Maar ik had echt geen beeld van wat ik zou gaan doen.” Door zijn connecties bij Defensie ging hij lezingen houden; hij schreef zich in bij de Kamer van Koophandel, en nu spreekt hij anderen moed in. „Moedig zijn, dat is bang zijn en toch handelen. Zet door als het niet vanzelf gaat. Houd vol.”
De volgende spreker, Theo Klijn (60), komt uit de bouw. „En daar ben ik trots op.” Hij vertelt: „Op 10 oktober 2012 ging Gerritsen Bouwgroep uit Renkum failliet, waar ik projectleider was, en ik herinner me het als de dag van gisteren. Ik vond het verschrikkelijk en heb er heel veel moeite mee gehad.” Eerst informeerde hij zijn opdrachtgevers, daarna bracht hij de rest van zijn netwerk op de hoogte, vervolgens won hij informatie in bij vakbond CNV, en de vierde stap was solliciteren. Dat hij de betrokkenen destijds mondeling op de hoogte bracht, heeft zijn netwerk versterkt, aldus Klijn. Die connecties bleken van cruciaal belang voor nieuw werk.
Met zijn relaas onderstreept Klijn het belang van netwerken voor werkzoekenden. In zijn geval zaten er directeuren in, maar familie, buren en hobby’s vormen net zo goed een netwerk, is de boodschap. „Ik ben niet zo’n twitteraar, en op LinkedIn zat ik niet. Het liefst stap ik op mensen af, zodat ik hen kan aankijken, en ik onderhoud contacten vooral via de mail en per telefoon. Intussen geloof ik niet meer in een vaste baan. Maar ik geloof wel dat er werk voor mij is. Nu zit ik zelfs op LinkedIn: het bereik is dan zo groot. Deelnemen, bewegen, dat is belangrijk als we werk willen.”
Als Fred Beumer, socialemedia-expert van CNV, tijdens een workshop vraagt wie kan uitleggen wat het onlinezakennetwerk LinkedIn is, volgen twee ludieke antwoorden: „’n Bietje sms’en met elkaar.” „Facebook voor directeuren.” Intussen weet ongeveer de hele zaal best hoe LinkedIn werkt. Sommigen volgden al tien verplichte bijeenkomsten van het UWV, waar netwerken ook op het programma stond.
Maar mooie woorden en vergezichten poetsen de weerbarstige realiteit niet weg. Een technisch tekenaar heeft bijvoorbeeld jaren gewerkt met een eigen tekenprogramma van een bedrijf dat nu failliet is. Wil hij nu het gangbare AutoCAD-programma onder de knie krijgen en aanschaffen, dan betekent dat een investering van duizenden euro’s.
Twee andere deelnemers, de timmermannen Alfons Westerink (58) en Johan Horsthuis (59), die werkten vanaf hun 16e, denken vooral aan hun pensioen. Sinds vijf maanden zijn ze werkloos, door het faillissement van Olde Rikkert uit Oldenzaal. Ze solliciteren, maar een nieuwe baan moet wel onder de bouw-cao vallen, anders gaan ze er straks honderden euro’s per maand op achteruit. Zzp’er worden heeft een nadeel: dat onderbreekt de pensioenopbouw.
„Ik zou graag weer in de bouw werken”, zegt Westerink. „Niet meer dat zware werk, hoog op de daken. Het liefst zou ik aftimmerwerk en renovatie doen.” Na de pauze lopen hij en zijn oud-collega Horsthuis opgewekt weer naar binnen. Op naar de informatiebijeenkomst over pensioenen.
Workshops voor timmerlui, metselaars
De BouWWijzerbijeenkomst van maandag was de vijfde die CNV Vakmensen organiseerde. De eerste werd vorig jaar februari gehouden.
„Wij werkten als vakbondsconsulenten voor de bouw, we kwamen bij bedrijven en op bouwterreinen”, vertellen Saskia Spaargaren en Jacqueline van den Heuvel. „Op een gegeven moment verplaatste ons werkterrein zich van de bouwkeet naar het UWV: bijna 60.000 banen waren verloren gegaan.
Voor werkenden zijn er allerlei regelingen, voor scholing bijvoorbeeld; voor werkzoekenden een stuk minder. Zij worden niet meer geïnformeerd over de ins en outs van de sector. Dat was voor ons de reden om BouWWijzer te organiseren.
We hebben te maken met mensen die dertig, veertig jaar bij één werkgever hebben gezeten en nog nooit gesolliciteerd hebben. Als iemand vroeger al zonder werk zat, pakte hij de telefoon en vroeg een werkgever: Heb je werk voor me, en dan was het ja of nee. Dat is nu anders. Werkgevers krijgen zó veel sollicitanten.
Werkers in de bouw vinden het doorgaans lastig om zich te profileren. Netwerken? Nee. Hoewel, ze doen het wel, maar hebben niet altijd door dat dat netwerken is. Ze zeggen: „Ik ben gewoon timmerman, metselaar, laat maar.” Dat willen we doorbreken. Wij zeggen: Je bent een vakman en maakt heel mooie dingen. En daarachter zit nog een heel persoon, met kwaliteiten.
Het mooie is dat we wekelijks mailtjes krijgen van cursisten die melden dat ze een baan hebben gevonden.”