Ouderling Potappel was echte weldoener van Stavenisse
STAVENISSE. De echte weldoener van Stavenisse was niet de notaris, politicus en advocaat Cornelis Van der Lek de Clercq, maar ouderling Leen Potappel van de oud gereformeerde gemeente.
Dat zei J. M. Vermeulen zaterdag tijdens de presentatie van zijn boek ”Wonderen aan de Scheldestromen” in Stavenisse. De auteur reikte het eerste exemplaar uit aan de plaatselijke oud gereformeerde predikant, ds. Th. L. Zwartbol.
De uitgave in vier delen gaat over het geestelijk, kerkelijk en maatschappelijk leven van Stavenisse, met een centrale plaats voor de ouderlingen Potappel en Slager en de predikanten.
Het eerste gedeelte behandelt de geschiedenis van het dorp en de dorpskerk van 1206 tot 1953. Vermeulen memoreerde dat de hervormde predikant ds. M. A. Post, die zaterdag ook aanwezig was, de veertigste predikant van de kerk is. De eerste reformatorische prediker kwam in 1606 naar Stavenisse.
In het tweede deel beschrijft de auteur de geschiedenis van de vrije gemeente van 1855 tot 1920. De gemeente ontstond in 1855 door toedoen van M. Luijk. Het was niet alles goud wat er blonk. Zo liet ds. J. J. Grass, een alcoholist, een geruïneerde kerk achter.
Het derde deel van het werk gaat over de predikers van de oud gereformeerde gemeente. Dit deel begint met het jaar 1906, toen Potappel ouderling werd. „Het was een wonder dat deze eenvoudige jongen de gemeente zo heeft opgebouwd. De echter weldoener van Stavenisse was niet Van der Lek de Clercq, die twintig jaar lid was van de Eerste Kamer, maar ouderling Leen Potappel.”
Ook is er aandacht voor J. W. Slager, die de gemeente diende als oefenaar en predikant (1953-1965). Vermeulen legde de hand op 77 onbekende brieven van hem. Daarna volgt een beschrijving van alle predikanten die gemeente dienden: ds. J. van Prooijen (1968-1976), ds. J. Schinkelshoek (1979-1981), ds. G. Gerritsen (2004-2008) en ds. Zwartbol (2011-heden). Laatstgenoemde sprak een openingswoord naar aanleiding van Openbaring 1:3: „Zalig is hij, die leest, en zijn zij, die horen de woorden dezer profetie.” Ds. Zwartbol zei dat in het boek „mooie stukjes staan over mensen die van God geleerd zijn, en die het hart raken. In oude tijden is er in Stavenisse veel volk van God geweest.” De predikant hoopte dat het boek gebruikt zou worden om „ons aan te moedigen tot onderzoek van het Boek der boeken.”
Het laatste deel van het boek gaat over Stavenisse na de watersnoodramp van 1953, met aandacht voor de hedendaagse ontwikkelingen en een herdenkingspreek van ds. Zwartbol die hij gehouden heeft op zondag 3 februari 2013, zestig jaar na de ramp, over Prediker 3:3a: „Een tijd om te wenen.”
Vermeulen constateerde dat er geen beleidsmatige invloed van Potappel meer waar te nemen is in Stavenisse. Inhoudelijk heeft de gemeente volgens hem een grote verantwoordelijkheid om bij de erfenis van Potappel te blijven. „Hier liggen veel gebeden van het voorgeslacht. Het gaat er nu niet om of kerkgangers met de koets of met de auto naar de kerk komen, maar om zaken als het behoud van de psalmen in de berijming van Datheen en het blijven lezen van de oudvaders.”
Lees in Digibron
De profetie van Potappel (Terdege, 11-07-2007)
Ouderling Potappel liet Stavenisse niet ongewaarschuwd : Gedenkwaardige kerkdienst op 25 januari 1953 (Reformatorisch Dagblad, 29-01-1983)