Arbeiderspartij Bunschoten met de Bijbel als richtsnoer
Lokale partijen: ze ontstaan bij bosjes, ze draaien –als ze al genoeg stemmen weten te trekken– even mee in de raad en ze verdwijnen vaak na een aantal jaar weer in het niets. Zo niet de Christelijke Arbeiders Partij (CAP) in Bunschoten. De partij bestaan al sinds 1956 en zit met vier zetels stevig in het zadel.
De gemeente Bunschoten staat bekend als een ChristenUnie-bolwerk. De CU is met zes zetels de grootste. Het CDA en de Christelijke Arbeiders Partij (CAP) staan met beide vier zetels op plaats twee en drie.
„De CAP lijkt qua ligging het meest op het CDA, maar heeft een PvdA-achtige uitstraling”, zegt Jan Muijs van plaatselijke krant de Bunschoter. De achterban bestaat uit „sociale mensen die hard werken wanneer het kan”, aldus Rita van de Groep, lijsttrekker en momenteel wethouder voor de partij. „En als hard werken niet meer kan, mogen wij ze niet laten vallen.”
Is de CAP uitgesproken christelijk? „Nieuwe leden moeten onderschrijven dat de Bijbel het richtsnoer is voor ons handelen. Een richtsnoer dus, niet een wettisch voorschrift dat je tot op de letter moet naleven.”
De CAP draait al sinds 1956 mee in Bunschoten. Hoe heeft een lokale partij het zolang uit weten te houden? Van de Groep weet het wel. „De CAP is geen hypepartij die vooral strijdt tegen een zandweg of de komst van een theater. We hebben een complete visie op de samenleving.”
Die visie heeft alles te maken met het ontstaan van de partij. „We zijn opgericht omdat arbeiders niet vertegenwoordigd waren in de politiek. Vissers en boerenknechten konden niet terecht bij de bestaande partijen. Ook de AR, die nu opgegaan is in het CDA, was een partij van notabelen. Daarmee werd een grote groep miskend. Arbeiders moesten vaak als elfjarig jongetje al mee op de botter van hun vader en waren dus niet hoog opgeleid. Maar ze konden wel slim zijn.”
Tegenwoordig zijn ook arbeiders geschoold, maar de CAP maakt zich nog altijd sterk voor werknemers. „Niet alléén voor werknemers”, haast Van de Groep zich te zeggen. „De CAP is er voor iedereen, dat is het mooie van de partij. Op onze lijst staat bijvoorbeeld ook een directeur van een toonaangevende palingstokerij. Die is ooit als arbeider bij ons lid geworden.”
Roept elke partij niet dat ze er voor iedereen is? „Dat beweert zelfs de VVD”, zegt Van de Groep veelbetekenend. „Maar ook het CDA, de partij die het meest op ons lijkt, maakt soms keuzes die wij niet zouden maken.”
De CAP maakt zich sterk voor lage lasten voor iedereen. „Bunschoten is momenteel de goedkoopste gemeente als het gaat om lokale lasten. Dat willen we graag zou houden.” Verder wil Van de Groep dat de gemeente zich inzet voor de komende generatie. „We pleiten daarom voor betaalbare woonruimte, zodat onze kinderen hier ook kunnen blijven wonen.”
Een ander belangrijk speerpunt is het behoud van de lokale cultuur. „De haven ligt hier vol authentieke botters. Dat willen we graag betaalbaar houden voor de eigenaren. Zij moeten nu de helft van het havengeld betalen, maar dat kost hun handenvol geld.”
Bezuinigen moet Bunschoten ook. „We zouden dat liever niet doen, maar we zijn geconfronteerd met deze regering. Die is over ons gesteld en democratisch gekozen. De CAP is er niet voor om het zwembad of de bibliotheek dan maar dicht te doen. Bezuinigen zal vooral met de kaasschaaf moeten.”
Het voordeel van lokale partijen is dat ze zich geheel mogen richten op de eigen gemeente, stelt Van de Groep. „De CAP weet als geen ander wat er onder de mensen leeft.”
Zelf raakte ze 25 jaar geleden bij de partij betrokken. „Ik woonde in een wijk met huurwoningen die na een aantal jaar te koop werden aangeboden. Veel huurders waren daar al voor aan het sparen, maar toen wilde de gemeente die regeling plotseling afschaffen. De huizen zouden voortaan huurwoningen blijven. Met dat probleem ben ik naar alle lokale politieke partijen gegaan. Alleen door de CAP werd ik serieus genomen.”
Inmiddels is Van de Groep vijf jaar wethouder voor de partij. „De eerste vrouwelijk wethouder van Bunschoten”, zegt ze niet zonder trots. Tijdens een verkiezingsdebat vorige week trok ze fel van leer tegen de SGP, die na zestien jaar afwezigheid voor het eerst weer meedoet aan de verkiezingen in Bunschoten. „Dat de partij in het beginselprogramma zegt dat „het regeerambt de vrouw niet toekomt” vind ik buitensporig jammer.”
Mensen die eerder voor de CAP kozen, stappen niet over naar de SGP, denkt Van de Groep. „Wellicht trekt de SGP wat CU-mensen die vroeger op de GPV stemden.” Maar eigenlijk past de SGP niet in een gemeente als Bunschoten, denkt ze. „Wij zijn de meest geëmancipeerde gemeente van Nederland. De vissers waren vroeger bijna een week lang op zee. Dus wie is er dan verantwoordelijk en neemt dagelijkse alle beslissingen? Juist, de vrouw.”
Van de Groep zelf denkt woensdag weer vier zetels te kunnen halen, zeker nu er in Bunschoten in plaats van zeventien negentien zetels te verdelen zijn. „Ik heb een A4’tje vol dingen die we in de afgelopen periode gerealiseerd hebben. Als je dat bekijkt, ga ik voor vijf zetels.”
Journalist Muijs ziet dat iets anders. „De CAP heeft de afgelopen jaren veel compromissen moeten sluiten. Veel punten waar de partij vier jaar geleden op inzette, kon ze niet waarmaken. Het is de vraag of dat geen stemmen gaat kosten.”
Wie er gelijk krijgt? Het woord is aan de kiezer.
Dit is de vijfde aflevering in een serie over lokale christelijke partijen.