Taslima’s man werd vermoord om zijn getuigenis van het Evangelie
Op 5 juli vorig jaar bezocht Jewel uit Bangladesh een huiskerksamenkomst in het huis van zijn oom, vijf kilometer verderop. Meestal kwam hij pas heel laat weer terug van deze samenkomsten, maar toen Jewel de volgende ochtend nog niet thuis was, ging zijn vrouw Taslima op zoek naar hem, samen met een aantal andere gemeenteleden. Ze vonden Jewels lichaam, opgehangen aan een boom.
Jewel, die van geboorte moslim was, was een jaar eerder tot geloof in Christus gekomen. In dat ene jaar dat hij christen was, deelde hij het Evangelie onbevreesd met veel moslims in de buurt van zijn woonplaats.
Zo’n negentig procent van de Bengali’s is moslim, en de grote armoede in het land drijft velen van hen in de armen van het islamitische extremisme. Hoewel Jewel bedreigingen ontving van moslimfundamentalisten, geloofde hij dat het delen van het Evangelie belangrijker was dan het beschermen van zijn eigen aardse leven.
Jewel en Taslima woonden met hun acht-jarige dochter Jolly bij Jewels islamitische ouders, wat gebruikelijk is in Bangladesh. Jewels ouders maakten in eerste instantie geen probleem van het nieuwe geloof van hun zoon, maar toen hij vermoord was, zetten ze Taslima en haar dochter het huis uit. Ook besloten ze om geen aanklacht in te dienen tegen de moordenaars van hun zoon, hoewel bekend was wie ze waren. Ook niemand anders uit het dorp wilde Taslima en Jolly helpen. Een zusterorganisatie van SDOK kocht voor haar een stukje land, een huisje en een kleine kudde geiten, waarmee ze in haar levensonderhoud kan voorzien.
Het leven is nog steeds erg moeilijk voor Taslima en haar dochter. Jolly wordt ’s nachts vaak wakker, roepend om haar vader. Taslima voelt zich erg eenzaam, maar blijft toegewijd om haar Heere te volgen. Samen met andere christenen van haar huisgemeente gelooft ze dat vervolging tot groei leidt. Ze bidden dat Jewels dood vrucht zal dragen onder de moslims in het gebied.