Kernwapens vormen bedreiging voor wereldvrede
Als de wereldleiders nucleaire veiligheid serieus nemen, zullen ze eind deze maand op de atoomtop in Den Haag vooral praten over volledige nucleaire ontwapening, stelt Henk Baars.
Op de Nuclear Security Summit (NSS) op 24 en 25 maart in Den Haag zullen tientallen wereldleiders spreken over het risico van nucleair terrorisme en de gevaren van de verspreiding van nucleaire technologie. Op de agenda ontbreekt echter het belangrijkste punt om werkelijk tot een veiliger wereld te kunnen komen: nucleaire ontwapening.
Nagenoeg alle erkende kernwapenstaten zijn hun nucleaire arsenalen aan het moderniseren, waarbij veelal een betere inzetbaarheid van de wapens centraal staat. Dat is een veel groter gevaar dan het verwaarloosbare risico dat terroristen erin zullen slagen een nucleaire bom te maken.
Kerk en Vrede, een christelijke vredesbeweging die zich binnen en buiten de kerken inzet voor ontwapening en geweldloosheid, sluit zich op maandag 24 maart in Den Haag dan ook aan bij het initiatief Stappen voor vrede en nucleaire veiligheid, om zich tegenover de verzamelde wereldleiders uit te spreken voor directe en volledige nucleaire ontwapening.
Hoewel sinds het einde van de Koude Oorlog veel kernwapens zijn ontmanteld of op non-actief zijn gesteld, blijft de nucleaire dreiging als een donkere wolk boven de wereld hangen. Naar schatting beschikken negen staten in totaal nog over ruim 17.000 kernwapens. Voldoende om de wereld vele malen te vernietigen.
President Obama en andere wereldleiders hebben zich de afgelopen jaren diverse malen uitgesproken voor een kernwapenvrije wereld. Er worden op dat terrein ook nog stapjes ondernomen. Tegelijkertijd zijn de kernwapenstaten bezig hun nucleaire arsenalen te moderniseren. De nieuwe kernwapens moeten in de militaire praktijk beter bruikbaar zijn, en zullen daarmee makkelijker inzetbaar zijn.
De nieuwe ‘kleine’ kernraket ASMPA van de Franse krijgsmacht is hier een voorbeeld van. Dit geldt ook voor de Amerikaanse B61-atoombommen die op de Vliegbasis Volkel in Noord-Brabant liggen. De planning is dat die in 2018/2019 vervangen worden door een nieuw type, de B61-12. Door het toevoegen van een nieuw geleidingssysteem, in de vorm van staartvleugels, wordt de precisie van het wapen verhoogd. Daarmee kan de militaire geschiktheid bij een lagere explosieve kracht op hetzelfde niveau blijven. Met deze toegenomen capaciteiten wordt de B61-12 in de praktijk beter bruikbaar dan zijn voorgangers. Daarmee wordt de drempel voor inzet verlaagd.
De regering wil, tegen een uitspraak van een meerderheid van de Tweede Kamer in, vasthouden aan de Nederlandse kernwapentaak bij de overgang van de F-16 naar de Joint Strike Fighter. Het doorzetten van deze lijn betekent dat Nederlandse gevechtspiloten nog tientallen jaren getraind zullen worden om kernwapens in te zetten. Dit is volstrekt in tegenspraak met het door velen gesteunde streven naar een kernwapenvrije wereld, waarvan de regering ook zegt zich er hard voor te willen maken. Woorden en daden lopen helaas ver uiteen.
Het is overduidelijk dat de strijd voor een kernwapenvrije wereld verre van passé is maar, tegen de achtergrond van de geschetste ontwikkelingen, juist met vernieuwde intensiteit gevoerd zal moeten worden. Kernwapens zijn en blijven de meest vernietigende, immorele wapens die de wereld kent. Als de wereldleiders nucleaire veiligheid serieus nemen, zullen ze alles op alles zetten om in Den Haag afspraken voor volledige ontwapening te maken, in plaats van te trachten zelf buiten schot te blijven door afgeleide risico’s op te blazen tot het ‘echte’ probleem. We moeten een krachtig signaal geven om duidelijk te maken dat wij ons geen zand in de ogen laten strooien.
De auteur is voorzitter van Kerk en Vrede, een beweging die zich inzet voor ontwapening en geweldloosheid.