Komende verkiezingen zijn voor CDA in Limburg uur U
Aan de vooravond van de gemeenteraadsverkiezingen groeit de populariteit van lokale partijen in Limburg met de dag. CDA’ers worstelen met de vraag hoe hun partij zich voor 19 maart moet profileren. „We kenden jou nog als Prins Carnaval.”
Het is zaterdagochtend iets na negenen als Max Ruiters café De Wieetsjaf op de Markt in Kerkrade komt binnengewandeld; een uitschuifbare CDA-campagneposter onder de arm. De scheidende fractievoorzitter van het CDA in Kerkrade heeft zijn kandidaat-raadsleden opgetrommeld voor een kadertraining. „Na het carnaval barst de campagne los”, verduidelijkt hij, na een joviale begroeting voor de uitbaatster. „We moeten de straat op met een goed verhaal.”
Rond de bar gaat het al snel van „hoi” en „hai” en „goeiesmorgen.” Louter beleefde groeten zijn er voor Toon Willems; in Kerkrade jarenlang een invloedrijke wethouder voor het CDA. Hij zal de kandidaten twee uur lang attent maken op vermijdbare beginnersfouten tijdens de komende campagne. En waarschuwen voor goedkope debattrucs en voor geslepen vragen van de pers.
Oneliners
„De moeilijkste vraag is wat het CDA voor de werkgelegenheid in Kerkrade doet”, zo steekt Willems van wal in een vergaderzaal achter het café. De kandidaten klikken de balpen aan, maar de éminence grise is niet van huis gegaan met goedkope oneliners. „Eigenlijk sta je dan algauw met de mond vol tanden”, doceert hij. „Al kun je natuurlijk wel uitleggen hoe we als gemeente proberen te zorgen voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat.”
Als CDA-raadslid in spe op trainingskamp worden gestuurd; toen Ruiters in 1998 zijn opwachting maakte voor het CDA Kerkrade was dat onnodig en dus ondenkbaar. „De tijd dat alle raadszetels naar de KPV gingen op eentje na voor de PvdA, was toen allang voorbij, die ken ik alleen nog uit de verhalen. Maar samen met de lokale partijen hoorden we toen met zeven zetels nog wel bij de grootste uit de raad.”
Inmiddels geeft Ruiters, in het dagelijks leven headhunter en sinds 2002 fractievoorzitter, nog leiding aan een vierkoppige fractie. De oude machtspositie van het CDA is overgegaan naar de lokalen: Burgerbelangen (zeven zetels), Ons Kerkrade (zes) en Lokaal Alternatief (drie).
Nieuw profiel
Voor Ruiters was de dalende trend reden aan de slag te gaan met wat hij noemt „een strategische herpositionering” van het CDA Kerkrade, samen met Willems. Een interim-bestuur ging aan het werk om de partij een nieuw profiel te geven voor 19 maart. Het resultaat: de kandidatenlijst bevalt vrijwel geen namen meer van oudgedienden. Een 28-jarige ondernemer zonder politieke ervaring, Mark Meijer, werd naar voren geschoven als nieuwe fractievoorzitter.
Wat onveranderd bleef, is de uitstraling van het verkiezingsprogramma van het CDA Kerkrade. Gedegen legt het interim-bestuur in 29 pagina’s uit hoe het de aloude CDA-beginselen van gespreide verantwoordelijkheid, publieke gerechtigheid, solidariteit en rentmeesterschap in concrete, Kerkraadse beleidsvoornemens vertaalt. Het programma is een wereld van verschil met ”Richtieg Kirchröadsj”; de flyer van Lokaal Alternatief, een van de lokale partijen die de mijnwerkersstad rijk is. Daarin valt te lezen dat raadsleden 10 procent van hun vergoeding aan een goed doel moeten afstaan. En dat de huidige stadswachten wijkwachten moeten worden, „die te voet of met de fiets meermaals per dag aanwezig zijn in de wijk.”
Een kieswijzer van Lokaal Alternatief gidst de zwevende kiezer via tien stellingen naar de partij van zijn keuze. „‘t Is wiechtieg dat lü in d’r road zitse die wisse woa ’t hin mós”, luidt een van de stellingen. Oftewel: een politieke partij moet een duidelijke toekomstvisie hebben. „Joa of nee.” Hooguit drie keer ja leidt tot het stemadvies nader met Lokaal Alternatief kennis te maken. Vier tot acht keer resulteert in de slotsom: Lokaal Alternatief is uw partij.
In ”Vernieuwd & vertrouwd”, het programma van het CDA, blijft geen detail onbesproken. „Het CDA Kerkrade, nog steeds geen voorstander van uitbreiding van het aantal koopzondagen, is van mening dat de nu in Kerkrade lopende proef met betrekking tot zondagsopenstelling eerst per stadsdeel moet worden geëvalueerd, zodat de resultaten daarvan in nieuw beleid kunnen worden verwoord”, staat in het stuk. Én: „CDA Kerkrade is er voorstander van dat bij het aanbestedingsbeleid voor de WMO een optimale prijs-kwaliteit van de te verlenen diensten en voorzieningen, in relatie tot de toegekende budgetten vooropstaat.”
Spagaat
„Geen speld tussen te krijgen”, zegt Ine Aasted-Madsen, oud-Tweede Kamerlid voor het CDA en veertiende op de kandidatenlijst van het CDA Kerkrade. Toch zitten zinnetjes over toegekende budgetten die leidend moeten zijn bij het bepalen van de zorg die ouderen krijgen, haar een beetje dwars. „Als CDA hebben we hier al een paar verkiezingen op rij flink verloren. We moeten ons niet meer opstellen en uitdrukken als bestuurderspartij, maar juist uitstralen dat we bij mensen betrokken zijn.”
Landelijke partijen zoals het CDA, zegt Aasted-Madsen, verkeren bij campagnes voor gemeenteraadsverkiezingen altijd in een lastige spagaat. „Wij moeten bij gemeenteraadsverkiezingen steeds proberen om onze landelijke beginselen te vertalen naar de plaatselijke praktijk. Lokale partijen kunnen zich optimaal afzetten tegen Den Haag en uitstralen: wij doen niet mee aan het Haagse gekonkel. De meeste zijn daar ook heel bedreven in.”
Op welk thema de campagnestrijd tussen landelijken en lokalen zich straks zal toespitsen? „Op de overheveling van taken op het terrein van zorg en sociale zekerheid naar gemeenten”, zegt Aasted-Madsen. „Voor het CDA in Kerkrade ligt daar een enorme kans. Er komt straks heel veel af op het lokale bestuur. Ik zou als kiezer enorm nieuwsgierig zijn naar de vraag welke bestuurders partijen in de aanbieding hebben. Hebben ze visie? Hebben ze bewezen goede bestuurders te zijn? Het CDA komt er in zo’n competentiestrijd gunstig van af. Dankzij ons loopt er hier in Kerkrade al een project om langdurig werklozen in te zetten bij verenigingen, met behoud van uitkering en eventueel een aanvullende vrijwilligersvergoeding. Dat noem ik nou een creatieve invulling van het begrip participatiemaatschappij. Onze bestuurders maken al jarenlang op die manier beleid. Lokale bestuurders hebben op dit terrein nog zo goed als niets laten zien.”
In de vergaderzaal van café De Wieetsjaf stapt Willems over naar het tweede programmaonderdeel: de sterke en zwakke plekken van de concurrenten van het CDA. Hij heeft hun programma’s doorgenomen, vertelt de oud-bestuurder. „Zeker twee ervan zijn zwak en bevatten eigenlijk alleen wat losse slogans. Absoluut onder de maat.” De kandidaten wisselen onderlinge blikken van verstandhouding. „Lokaal Alternatief en Burgerbelangen”, wordt er gefluisterd. Onverstoorbaar, priemende blikken op de ordeverstoorders richtend, bast Willems door: „En een van de twee heeft bij zijn speerpuntenprogramma zelfs een stemwijzertje gevoegd dat nauwelijks serieus te nemen valt.”
Monsterscore
Zijn onverstoorbaarheid komt hem duur te staan. „Toon, laten we zeggen waar het op staat”, barst een van de kandidaten los. Hij begint aan een bevlogen betoog, waarin hij zijn angst uit voor een monsterscore voor de lokale partijen. „Ze zetten mensen op de lijst die zich populair maken door rondjes te geven in de kroeg en van alles beloven. Eenmaal in de raad maken ze er een potje van.” Willems herstelt de orde, maar de écht heikele kwestie ligt op tafel: Zijn Willems’ suggesties nog wel van deze tijd? Als de lokalo’s de campagne ingaan met loze beloftes en doorzichtige stemwijzertjes, zou het CDA de kiezer dan voor zich kunnen winnen door puur voor de inhoud te gaan?
Afgaande op de prestaties van de lokale partijen in Kerkrade heeft het CDA op 19 maart weinig van ze te duchten. Burgerbelangen, sterk geworteld in het trotse oud-mijnwerkersdorp Eygelshoven dat in 1982 bij Kerkrade werd gevoegd, begon de huidige raadsperiode met negen zetels, maar al snel sloeg de misère toe. Drie beeldbepalende raadsleden botsten met de eigen wethouder én kartrekker en gingen als zelfstandige fractie verder. De wethouder legde een jaar geleden uit onvrede over de werkwijze van de coalitie zelf zijn taken neer. Daarna trok ook Burgerbelangen zich uit het college terug.
De drie dissidenten vormen inmiddels Ons Kerkrade, een partij die is uitgegroeid tot een waar samenraapsel. Ex-boegbeelden van Burgerbelangen staan op de lijst, maar ook toegestroomde dissidenten uit PvdA en SP. Toch zal, zo voorspellen lokale media al maanden, de strijd om de koppositie in Kerkrade tussen Ons Kerkrade en Burgerbelangen gaan.
„Dat verwachten wij ook”, verzucht CDA-fractievoorzitter Max Ruiters. „Verkiezingen draaien in toenemende mate om uitstraling, om populariteit. Een voorbeeld, in 1995 was ik hier in Kerkrade Prins Carnaval. Van de ene op de andere dag was ik een bekende inwoner. Nadat ik in 1998 in de raad was gekozen voor het CDA kreeg ik tientallen reacties. Allemaal van mensen die zeiden: We kenden jou nog als Prins Carnaval, daarom hebben we op je gestemd. Je denkt je te profileren door te pleiten voor de herinvoering van het ambtsgebed, voor het nuloptiebeleid rond coffeeshops en tegen verruiming van het aantal koopzondagen. En de kiezer denkt: Die leuke carnavalsprins zal ook wel een aardige bestuurder zijn.”
Wat hij er verder over wil zeggen? Ruiters: „Het is zoals het is.” Inderdaad, beaamt hij, bij de keus voor de nieuwe kopman Mark Meijer speelde voor het CDA Kerkrade zeker een rol dat hij lokaal geldt als veelbelovend ondernemer. „Twee jaar terug heeft hij Castle of Love georganiseerd; een groot dansevenement rond Kasteel Erenstein. Dat werd een enorm succes. Voor veel jongeren én voor ondernemers is hij een bekende naam. Als ik hem zestien jaar terug zou hebben voorgedragen als lijsttrekker, zou het bestuur me met grote ogen hebben aangekeken? Nu voelt iedereen: we hebben geen keus. Voor het CDA in Kerkrade is 19 maart echt het uur U.”
Rentmeester
In De Wieetsjaf begint Willems aan de afsluitende rondvraag. De uitbaatster gaat voor de laatste keer rond met koffie en fris. Wat Ruiters zijn opvolger zou willen meegeven? „Mark moet de inhoud voorop blijven stellen. Maar ik weet zeker dat hij dat ook zal doen. Als buurtbewoners bij de gemeente hun beklag doen over hondenpoep durft Mark rustig over het rentmeesterschap te beginnen. Misschien dat hij het woord zelf niet noemt, maar hij zal altijd zeggen: Joh, de gemeente heeft geen honden, klop eens aan bij de eigenaar. Mensen voorhouden dat ze zelf verantwoordelijkheid moeten nemen; in de campagne wordt dat echt Marks verhaal.”
Dit is de eerste aflevering van een tweeluik over het CDA en het rooms-katholieke zuiden.