Voorganger in Oezbekistan berecht
De Oezbeekse voorganger Pjotr T. Langin heeft een geldboete opgelegd gekregen. De reden daarvoor is dat zijn gemeente niet geregistreerd is bij de overheid.
De rechter B. Oemoersakov, die in de plaats Fergana het proces leidde, oordeelde dat de christenen hiermee de wetgeving van Oezbekistan overtreden. Hij legde de voorganger een boete van vijf maandsalarissen op.
De godsdienstvrijheid in Oezbekistan is sterk ingeperkt door allerlei religiewetten. Formeel is in artikel 8 van de religiewet opgenomen dat religieuze groepen een wettige status kunnen krijgen als ze zich laten registreren. Door rechters wordt artikel 8 echter dusdanig uitgelegd dat voorgangers en gemeenten die zich niet laten registreren een strafbaar feit plegen en vervolgd kunnen worden.
Voor registratie zijn ten minste honderd handtekeningen nodig van volwassen personen. Voor de kleine gemeenten in Oezbekistan is dit een voorwaarde waaraan zij niet kunnen voldoen.