Opinie

Commentaar: Participatiesamenleving sluit nauw aan bij christelijk gedachtegoed

De stelling van het huidige kabinet dat de burger zelf meer kan doen aan het goed functioneren van de maatschappij vindt breed draagvlak onder gemeenteraadsleden. Meer dan de helft van de raadsleden steunt de gedachte van de participatiesamenleving, waarin de burger een steentje bijdraagt aan werk dat nu door overheidsinstanties wordt gedaan.

Hoofdredactioneel commentaar
10 March 2014 11:01Gewijzigd op 15 November 2020 09:17
ANP
ANP

Opvallend daarbij is dat de ideologie van de participatiesamenleving niet alleen wordt gedragen door lokale vertegenwoordigers van de regeringspartijen PvdA en VVD. Ook raadsleden van CDA, ChristenUnie, SGP en D66 zien hier veel in. Even opvallend is dat gemeenteraadsleden van SP en GroenLinks dit idee verwerpen. Terwijl juist deze partijen steeds hameren op de solidariteitsgedachte. Desondanks verwerpen zij het idee dat het schoonhouden van plantsoenen, het meehelpen aan de verzorging van de hulpbehoevende medemens voor een deel door burgers zou kunnen worden gedaan in plaats van door betaalde professionals.

Natuurlijk kan men zeggen dat de hele gedachte van de participatiesamenleving is ingegeven door financieel-economische motieven. Dat is ook zo. Nu de overheid vooral druk is met bezuinigen, zoekt ze naar mogelijkheden om van bepaalde taken af te komen. Mede daarom wordt er meer verantwoordelijkheid gelegd bij de plaatselijke gemeenten, daarom worden budgetten afgeknepen en daarom wordt de hulp van de burger ingeroepen.

Maar daarmee is niet gezegd dat het idee om de burger aan te sporen meer bij te dragen aan de maatschappij verkeerd is. In het verleden zijn er veel taken overgenomen door de overheid die best door burgers kunnen worden gedaan. Die de burger in het verleden ook oppakte. Om een voorbeeld te noemen. Voor onze grootouders was het vanzelfspekend dat ze de stoep en de straat veegden die voor hun huis lag. Nog een voorbeeld: het was in het verleden niet ongebruikelijk dat kinderen hun ouders verzorgden als deze ziek of hulpbehoevend waren.

Daarbij mag echter één ding niet worden vergeten. In het verleden was de samenleving ook meer ingericht om de noodzakelijke zorg en hulp te verlenen. Denk bijvoorbeeld alleen maar aan het feit dat moeders het toen gewend waren thuis voor hun gezin te zorgen. Dat gaf vrijheid om ook de zorg voor de oude vader of moeder op zich te nemen. Nu hebben vrouwen veelal een werkkring buitenshuis, naast de zorg voor hun gezin. Wat je er ook van vindt, dat valt niet gemakkelijk te veranderen.

De gedachte van de participatiesamenleving heeft iets aantrekkelijks: met elkaar, voor elkaar. Zeker door mensen die de Bijbel als norm voor het leven hebben, moet ze omarmd worden. Want de Bijbel leert onder meer dat mensen er voor elkaar moeten zijn, en –als het goed is– ook willen zijn. De gedachte van de participatiesamenleving is ook niet zo nieuw als Rutte en de zijnen willen doen geloven. Als er één plaats is waar ze al eeuwenlang wordt uitgedragen, is dat de christelijke gemeente. Daarom moeten christenen ook nu vooroplopen in het realiseren van de participatiesamenleving.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer