Organisatie ministerie Onderwijs op de schop
Op het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap gaat zo veel fout dat een totale reorganisatie nodig is. Er is gebrek aan leiderschap en aan samenwerking.
Dat zegt de hoogste ambtenaar van het ministerie, secretaris- generaal Van der Steenhoven, donderdag in de Volkskrant. Woensdag heeft de topambtenaar, die nu honderd dagen in functie is, zijn toekomstvisie uiteengezet voor het personeel.
Van der Steenhoven schetst een onthutsend beeld van de cultuur op het departement. De verkokering heeft zo sterk toegeslagen dat ambtenaren van elkaar niet weten waar ze mee bezig zijn en wie waarvoor verantwoordelijk is. Bovendien is het ministerie er, ondanks eerdere reorganisaties en goede voornemens, niet in geslaagd het aantal regels voor scholen te verminderen en het imago van regelfabriek van zich af te schudden.
Van der Steenhoven is geschrokken van de sfeer die op het ministerie heerst: „Er heerst een cultuur van ja zeggen en nee doen. Fouten maken is taboe, dus léren we ook niet van onze fouten. En de buitenwereld, de scholen, waar we het allemaal voor doen, daar hebben we vaak geen idee van.”
Als voorbeeld van de onjuiste instelling van zijn ambtenaren noemt de topambtenaar het lerarentekort: „Als we nu in de begroting zeggen dat het lerarentekort met een kwart omlaag moet, denken de ambtenaren dat het een politieke doelstelling is waaraan zij niet zijn gebonden. Ik noem bewust het lerarentekort. Dat heeft politieke prioriteit. Maar dat project was verdwaald in de organisatie, versnipperd tussen een paar directies. Je kunt je afvragen of er wel verstandig is gestuurd door de ambtelijke leiding. En dan druk ik me vriendelijk uit.”
De nieuwe secretaris-generaal wil het roer omgooien. Het aantal regels dat vanuit het departement naar scholen gaat, moet met de helft verminderen en ambtenaren moeten worden afgerekend op doelstellingen. Hij wil met de ambtelijke top en met zichzelf beginnen: „Ik heb hier voor vijf jaar getekend met die doelstelling. Mij kun je er ook op afrekenen. OCW moet terug in de bovenste regionen van de overheid, de klantvriendelijkheid moet omhoog, mensen moeten hier weer willen werken. Dat kunnen we bereiken door te beginnen met zeggen wat niet goed is. Dat heb ik nu gedaan.”
Van der Steenhoven erkent dat hij ambitieuze doelstellingen heeft, maar „ik doe het in opdracht van de politieke leiding en ik weet me gesteund door de voltallige ambtelijke top.”