„Demmink én officieren genoemd in zedenzaak”
UTRECHT (ANP). Bij de start van een onderzoek naar betrokkenheid van hooggeplaatste personen bij seksfeestjes met minderjarige jongens, zijn behalve de naam van topambtenaar Joris Demmink ook die van drie hoofdofficieren van justitie genoemd. Dat heeft een getuige woensdag verklaard ten overstaan van de rechter-commissaris in Utrecht.
Getuige Leendert de Koter was destijds, in 1997, betrokken bij het zogeheten Rolodexonderzoek als rechercheur van de criminele inlichtingendienst. De namen van Demmink en de drie officieren - Holthuis, Wabeke en Wooldrik - zijn aangedragen door de Rijksrecherche, zo verklaarde De Koter.
Holthuis was destijds hoofdofficier van justitie van het landelijk parket, dat toen van start ging om de georganiseerde misdaad te bestrijden. Wabeke stond op dat moment aan het hoofd van het OM in Breda en Wooldrik had toen de leiding over het OM in Zutphen.
Het onderzoek concentreerde zich op Ger van R., hoogleraar aan de Vrije Universiteit. Hij zou een faciliterende rol hebben gespeeld bij de orgieën. Volgens De Koter heeft het onderzoek geen nadere aanwijzingen opgeleverd tegen Demmink. Over de genoemde officieren verklaarde hij niet nader. Het Rolodexonderzoek heeft uiteindelijk geen tastbaar resultaat opgeleverd, althans niet waar het de hooggeplaatste figuren betreft.
In Amsterdam was de huidige staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven destijds ook betrokken bij het onderzoek. Teeven was toen officier van justitie en uit dien hoofde belast met criminele inlichtingen.
Volgens De Koter heeft het er alles van dat Ger van R. de hand boven het hoofd is gehouden. Hij lijkt er over te zijn ingelicht dat zijn telefoon werd afgeluisterd. Ook was hij duidelijk voorbereid op een huiszoeking, aldus de ex-rechercheur. „De koffie stond bij wijze van spreken al klaar.” De Koter, tegenwoordig privédetective, was daar dinsdag nog zichtbaar ongelukkig over.
Een aanvraag bij de toenmalige landelijke rechercheinformatiedienst voor de inzet van observatieteams op Demmink en de officieren werd afgewezen door het hoofd van de dienst, aldus De Koter. Dat hoofd was de huidige Amsterdamse korpschef, Pieter-Jaap Aalbersberg.
Het zogeheten voorlopig getuigenverhoor van onder anderen De Koter vindt plaats op verzoek van Stichting De Roestige Spijker, die de onderste steen boven wil hebben over de scheve schaats die Demmink gereden zou hebben.