Melkveehouder prijst zichzelf uit de markt
Nederlandse melkveehouders kunnen de internationale concurrentie niet aan. De kosten van het produceren van melk lopen in Nederland harder op dan in het buitenland. Dat blijkt uit een onderzoek van het Landbouw-Economisch Instituut (LEI).
De kostprijs van melk op gespecialiseerde melkveebedrijven is de laatste jaren aanzienlijk gestegen tot gemiddeld 48 eurocent per kilo in 2002. Er doen zich echter grote verschillen voor. Van de circa 25.000 melkveebedrijven in Nederland produceert een kwart voor de laagste kostprijs van gemiddeld 41 cent, maar een kwart zit op de hoogste kostprijs van 64 cent. Bedrijven met een lage kostprijs zijn in het algemeen groter en intensiever dan die met een hoge kostprijs. Vooral de arbeidskosten per kilo melk dragen aan de verschillen bij, maar ook andere kostenposten verschillen belangrijk.
In 2002 ontving de melkveehouder ruim 34 cent voor een kilo melk van de zuivelfabrieken. Door dit verschil met de kostprijs wordt de financiële weerstand van bedrijven aangetast en zal de bedrijfsovername steeds moeilijker verlopen. Deze situatie vraagt van de ondernemer een duidelijke strategie, waarin hij zijn persoonlijke sterke punten benut maar ook consequent over de hele linie naar kostenbesparing streeft, aldus het LEI.
Het onderzoek komt op een gevoelig moment. Sinds een aantal weken protesteren melkveehouders en de boerenorganisatie LTO Nederland tegen de prijsverlaging van melk die veel supermarkten hebben doorgevoerd. Sommige supermarkten verkopen de melk echter onder de kostprijs.
Volgens de boerenorganisatie LTO Nederland moeten de melkveehouders „een strategie van kostenbeheersing voor alle aspecten van de bedrijfsvoering uitzetten.” Melkveehouders in België, Denemarken en Duitsland produceren voor gemiddeld 5 eurocent minder dan de Nederlanders. „Dat komt onder meer door de hoge grondprijs en de dure melkquota in Nederland”, aldus S. Schenk, voorzitter van de vakgroep LTO Rundveehouderij. Om de kostprijs te drukken benadrukt de organisatie het grote belang van een betere verkaveling van de grond.