In Gods weg
Genesis 6:9
„Noach was een rechtvaardig, oprecht man in zijn geslachten. Noach wandelde met God.”
Velen geven toe aan zondige gewoonten, omdat zij niet door de wereld willen worden afgekeurd. Maar het is beter alleen in Gods wegen te gaan, dan een vriend van de wereld te zijn. Gods kinderen zijn soms velen tot een wonder, zoals Jozua de hogepriester en zijn vrienden. De engel des Heeren zei: „Hoor nu toe, Jozua, gij hogepriester, gij en uw vrienden, die voor uw aangezicht zitten, want zij zijn een wonderteken” (Zacharia 3:8).
Staar veel op de eeuwigheid. „Dewijl wij niet aanmerken de dingen die men ziet, maar de dingen die men niet ziet; want de dingen die men ziet, zijn tijdelijk, maar de dingen die men niet ziet, zijn eeuwig” (2 Korinthe 4:18).
Dit is een uitstekend hulpmiddel om de rechte weg te houden door een boze wereld. Zij die er rekening mee houden dat zij plotseling uit de wereld in de eeuwigheid kunnen overgaan, zullen hun schreden bewaren, opdat zij geen verkeerde weg kiezen in dagen van verval. Laat daarom het voorbeeld van Noach, die „een rechtvaardig, oprecht man in zijn geslachten was, en die wandelde met God”, van zo een invloed op u zijn dat u erdoor bewogen wordt zijn voetstappen te volgen. Zij worden de goedkeuring van God gewaar in een liefelijke vrede van het geweten en in het houden van de weg van de Heere, terwijl anderen die weg verlaten (2 Korinthe 1:12).
Thomas Boston,
predikant te Ettrick
(”The whole works”, 1848)