Jonge maar ervaren Jatsenjoek moet puinruimen
KIEV (ANP/DPA). De ervaren én jonge Arseni Jatsenjoek is naar voren geschoven om de regering van Oekraïne de komende tijd te leiden. Leek de intellectuele politicus tijdens de antiregeringsprotesten in Kiev nog slecht op zijn plaats naast zijn activistische collega’s, inmiddels wordt de ex-minister gezien als de persoon die Oekraïne voor een financiële ramp moet behoeden.
De voormalige oppositieleider lijkt zich geen illusies te maken over de taak die voor hem ligt. „Politieke zelfmoord”, noemde hij het overeind houden van zijn vrijwel bankroete land. Toch lijkt Jatsenjoek de beste kaarten te hebben voor die klus. Als voormalige minister van Economische Zaken en ex-baas van de Centrale Bank is de econoom goed bekend met de werking van het Oekraïense financiële systeem.
Hoewel de donderdag benoemde interim-premier met zijn 39 jaar relatief jong is, heeft hij al een indrukwekkende carrière achter de rug. De perfect Engels sprekende Jatsenjoek legde zich niet louter toe op de economie, maar werkte ook als minister van Buitenlandse Zaken, parlementsvoorzitter en advocaat. Hij trad aan als leider van de oppositiepartij Vaderland toen de charismatische Joelia Timosjenko, die eind 2011 werd veroordeeld, achter de tralies verdween.
Door zijn intellectuele uitstraling was de bebrilde Jatsenjoek tijdens de straatprotesten een opvallende verschijning naast zijn mede-oppositieleiders, de bokser Vitali Klitsjko en de extreem rechtse Oleg Tjachnibok. Misschien juist daardoor trad Jatsenjoek na het vertrek van de pro-Russische regering op de voorgrond. Dat hij daarbij de steun geniet van de Verenigde Staten, bleek uit een gelekt telefoongesprek van de Amerikaanse onderminister Victoria Nuland.
Nuland beschreef Jatsenjoek als „de man met de economische ervaring en de bestuurservaring”. De andere oppositieleiders waren in haar ogen minder geschikt om Oekraïne te leiden. De geroemde ervaring van de pro-Europese Jatsenjoek is hard nodig: de interim-premier moet buitenlandse geldschieters waarschijnlijk vragen om miljardensteun. Lukt dat niet, dan wacht zijn land vermoedelijk de financiële afgrond.