Dat heeft de raad dinsdagavond besloten. De voorstanders van de koopzondagen verwezen een verzoek tot een referendum hierover naar de prullenmand, maar deze afwijzing is voor bezwaar en beroep vatbaar.

Namens een groep burgers en middenstanders diende oud-wethouder Silvis (CDA) vorige week een verzoek tot een referendum in. Als de raad akkoord zou gaan met Silvis’ verzoek, zou deze binnen zes weken tijd 3000 handtekeningen hebben moeten inzamelen om het referendum te laten doorgaan.

„Los van wat je van een referendum vindt, moet je van goeden huize komen om een dergelijk goed onderbouwd verzoek af te wijzen”, vond CU/SGP-fractievoorzitter M. C. van Meppelen Scheppink als eerste spreker.

Eensgezind

De voorstanders van koopzondagen bleken eensgezind de ingeslagen weg te willen blijven bewandelen. „Als we nu de proef niet doorzetten, betekent dit dat een deel van de Barendrechtse burgers de zondagsbeleving van een ander deel verbiedt”, poneerde VVD-raadslid A. van ’t Hoff. „De wet zegt dat de raad dringende redenen kan hebben om een referendumverzoek af te wijzen. Wij vinden dat we die hebben: we doen een proef, om een zorgvuldig onderbouwd besluit te kunnen nemen.”

Vreugde

Namens de CU-SGP deed raadslid Stolk nog een vergeefse, klemmende oproep om het voorstel in te trekken. „Zondagsrust is geen knellend gebod maar een geschenk van God. Het is een vreugde om naar Zijn wil te leven. Daarmee kom je nooit verkeerd uit.”

In het vierde kwartaal van dit jaar volgt een evaluatie van onder meer de economische effecten van koopzondagen, en de ervaringen van de bevolking ermee.