Analyse: Brussel optimistischer over Nederlandse economie
STRAATSBURG. De Europese Commissie is opeens een stuk optimistischer over de economische ontwikkeling in Nederland in dit jaar. Terwijl zij drie maanden terug een groei voorzag van slechts 0,2 procent, gaat zij nu uit van 1 procent.
Laatstgenoemd cijfer overtreft ook ruim de 0,5 procent die het Centraal Planbureau (CPB) in december voorspelde. Volgende week dinsdag maakt die instantie eveneens een geactualiseerde raming bekend. Die verwachtingen vormen voor het kabinet de basis bij de voorbereiding in de lentemaanden van het budgettaire kader voor 2015.
Ondanks de verbeterde perspectieven haalt het tempo waarin de bedrijvigheid in Nederland toeneemt, na een krimp van 0,8 procent in 2013, het niet bij het gemiddelde in de eurozone. Een echt krachtig opwaartse lijn van de conjunctuur ligt niet in het verschiet. Voor 2015 houdt Brussel het op 1,3 procent.
Eurocommissaris Olli Rehn (Economische en Monetaire Zaken) presenteerde dinsdag in Straatsburg de zogenoemde winterprognose. Minister Dijsselbloem van Financiën ziet in die jongste vooruitzichten de bevestiging „dat we uit het dal klimmen”, liet hij in een reactie weten. „Maar we zijn er nog niet”, vulde hij aan. „De komende jaren blijven we werken aan het op orde brengen van de overheidsfinanciën.” Brussel denkt dat het begrotingstekort dit jaar 3,2 procent van het bruto binnenlands product (bbp) zal bedragen. Daarmee overschrijdt het opnieuw de in de EU vastgelegde bovengrens van 3 procent.
De samenstelling van de groei wijzigt. In 2013 werd erger voorkomen dankzij de export. Dit jaar zullen de investeringen van bedrijven de kar trekken. De burger doet het nog steeds zuinig aan, de consumptie zakt verder in.
Het beeld dat voor de eurozone als geheel oprijst uit de rapportage van de Commissie is er een van een voortgaand, maar wel gematigd herstel. Zij berekent voor het gebied met de eenheidsmunt een toename van het bbp van 1,2 procent dit jaar en 1,8 procent in 2015. Ditmaal zijn, anders dan vaak het geval was in de voorbije periode, de cijfers ten opzichte van de vorige keer niet naar beneden, maar naar boven bijgesteld. Dat duidt in ieder geval op een versnelling van de opleving.
Opvallend daarbij is dat de aanpassing voor Nederland veel groter uitpakt dan voor andere landen. Voor de eurozone betreft het in vergelijking tot de schattingen in november een herziening van slechts 0,1 procentpunt. Voor het totaal van de EU, dus inclusief de landen die niet meedoen aan de euro, raamt de Commissie groeipercentages voor dit en volgend jaar van 1,5 en 2,0.
„Het herstel wint terrein en verspreidt zich over meer lidstaten, maar het blijft bescheiden en bijzonder kwetsbaar”, concludeerde Rehn. Ook van Duitsland, dat in economisch opzicht vaak als locomotief fungeert in Europa, kunnen we niet zeggen dat het in volle vaart opstoomt. De expansie bedraagt daar 1,8 procent in 2014 en 2,0 procent in 2015. Ter vergelijking: de VS stevenen af op respectievelijk 2,9 en 3,2 procent.
Rehn benadrukte in Straatsburg: „Het dieptepunt van de crisis ligt misschien achter ons, maar we mogen niet op onze lauweren rusten. We moeten doorgaan met economische hervormingen.” Het aantrekken van de binnenlandse vraag zal volgens de Finse Eurocommissaris helpen een evenwichtigere en duurzamere groei tot stand te brengen. „De Europese economie raakt meer in balans en de concurrentiepositie verbetert, vooral in de meest kwetsbare landen.”
Een punt van aanhoudende zorg is de situatie op de arbeidsmarkt. Dat geldt zeker ook voor Nederland. In de eurozone daalt de werkloosheid mondjesmaat, van 12,1 procent van de beroepsbevolking in 2013, naar 12,0 in 2014 en 11,7 in 2015. In Nederland treedt aanvankelijk nog een verdere stijging op, van 6,7 procent in 2013 tot 7,4 procent in het lopende jaar. In november raamde Brussel trouwens 8 procent. Pas in 2015 zal naar verwachting sprake zijn van een lichte teruggang, tot 7,2 procent.