De ‘Israeli Apartheid Week’ is maandag van start gegaan met protest in Europese, Amerikaanse, Arabische en Zuid-Amerikaanse steden. In Nederland zijn voor zover bekend geen activiteiten, maar in België, Frankrijk en Duitsland wel. De protestweek is een initiatief van de wereldwijde BDS-beweging die poogt door boycots en sancties Israël te dwingen de ‘ongelijkwaardige behandeling van de Palestijnse bevolking in de bezette gebieden, de Gazastrook en in Israël zelf te stoppen’.

De BDS-beweging vergelijkt Israël met Zuid-Afrika tijdens de Apartheid (1948-1990) en argumenteert dat de Apartheid pas eindigde na zware internationale druk en economische boycots.

Tegenoffensief

In Israël wordt verontrust gereageerd. De Israëlische minister van Financiën Yaïr Lapid waarschuwde onlangs dat „alle Israëliërs de gevolgen van een voortdurende internationale boycot in hun portemonnee zullen voelen”. Om het tij te keren lanceren verschillende Israëlische en Joodse organisaties een tegenoffensief. „Wij vragen studenten die tegen de boycot van Israël zijn foto’s en hun tegenargumenten op sociale media te plaatsen. Duizenden hebben dat al gedaan”, zegt Andi Gergely (25), voorzitster van de wereldwijde organisatie van Joodse studenten.

Hoewel deze week geen anti-Israël-evenementen in Nederland plaatsvinden, heeft de BDS-beweging er wel voet aan de grond, stelt Lena Bakman van NGO Monitor, een Israëlische organisatie die wereldwijd anti-Israël-activiteiten rapporteert. „Nederlandse NGO’s zoals Rights Forum van oud-premier Dries van Agt lobbyen voor Israël-boycots in Nederland. Ons onderzoek wijst uit dat de terugtrekking van investeringen van het Nederlandse pensioenfonds PGGM uit Israëlische banken die betrokken zijn bij de bouw van joodse nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever, gebeurde na hevige druk van dit soort NGO’s.”