Economie

Tot 11.000 snaveltjes per man per dag

Snavels kappen, snavels branden, snavels hakken. Pieter Verschuuren wil het alle drie niet horen. „Snavels behandelen klinkt veel vriendelijker. De kuikens voelen er wel iets van, net zoals wij een raar gevoel in de mond hebben na een tandartsbezoek. Hoe jonger je ze behandelt, hoe beter, want dan lijden ze minder. Na de ingreep eten en drinken ze bijna meteen weer.”

Niek Sterk
10 December 2003 09:34Gewijzigd op 14 November 2020 00:47
LEUNEN - Op een pluimveebedrijf even buiten Leunen is personeel van Pieter Verschuuren aan het werk. „Nauwkeurigheid is belangrijker dan snelheid”, benadrukt Verschuuren (links). „Het aantal fouten is verwaarloosbaar klein. Ik reis zelf als de dieren zo’n
LEUNEN - Op een pluimveebedrijf even buiten Leunen is personeel van Pieter Verschuuren aan het werk. „Nauwkeurigheid is belangrijker dan snelheid”, benadrukt Verschuuren (links). „Het aantal fouten is verwaarloosbaar klein. Ik reis zelf als de dieren zo’n

Voor- en tegenstanders lijken het erover eens: de moderne pluimveehouderij kan niet zonder snavelbehandeling. Pluimveehouders gaan er veren pikken en kannibalisme mee tegen op het moment dat er veel dieren op een kleine oppervlakte zitten. En dat is nagenoeg altijd het geval: in volièreschuren, in batterijhokken, maar ook in grondstallen waar de dieren in strooisel scharrelen.

Pieter Verschuuren (44) van Verschuuren Pluimveezorg VOF in het Limburgse Leunen (gemeente Venray) kreeg het vak met de paplepel ingegoten. Zijn vader, vertegenwoordiger bij de toenmalige broederij Top in het Gelderse Putten, vond in 1978 een nieuwe manier van snavelbehandeling uit: met een V-vormig mes, tegenover de oude methode waarbij een recht mes werd gehanteerd. Sinds de invoering van de V-methode -met per kuikenleeftijd een sjabloontje dat op een tiende millimeter bij de snavelgrootte past- gebeurt het werk nauwkeuriger dan op de oude manier. „De snep houdt een natuurlijker vorm, blijft wat ronder.”

In een pluimveestal even buiten Leunen is personeel van Verschuuren aan het werk. De twee mannen die de snavels ”behandelen” hebben een relatief rustige dag. De 18.000 kuikens in de oudere batterijschuur verwerken ze vandaag samen, terwijl als standaardaantal per man per dag zo’n 11.000 stuks geldt. „Waarbij nauwkeurigheid belangrijker is dan snelheid”, benadrukt Verschuuren. „Het aantal fouten is verwaarloosbaar klein. We controleren iedere morgen de sjabloons, de scherpte van de mesjes en of ieder doet wat van hem verwacht mag worden. Ik reis zelf, als de dieren vijftien weken oud zijn, de klanten nog eens af om het eindresultaat te zien.”

In het smalle gangpad zit de behandelaar op een door Verschuuren zelf ontwikkeld karretje, waarop ook het ingenieuze behandelapparaat staat. Een medewerker van het bedrijf grijpt de kuikens -een week oud zijn ze- uit de kooien en stopt ze in een plastic vat waaraan de zijkant ontbreekt. De man op de stoel pakt de kuikens één voor één, stopt de snavelpunt in het sjabloontje, drukt op een voetpedaal, waarna het gloeiende mes de punt van de snep afsnijdt. Het kuiken gaat daarna terug in de kooi.

Een bloeddruppeltje geeft aan dat het ”leven” is geraakt. De meeste kuikens vegen de druppel af aan een soortgenoot, zodat veel dieren tijdelijk een rode veeg over de flank hebben. De temperatuur in de stal is tijdens de behandeling 25 graden: zo’n 5 graden lager dan normaal, en er wordt wat extra geventileerd. „Dat is om snelle stolling te bevorderen”, legt Verschuuren uit. Om de dieren geen extra stress te bezorgen, gebeurt de behandeling in het schemerdonker.

De uitval als gevolg van snavelbehandeling is niet hoger dan de normale dagelijkse sterfte van kuikens op deze leeftijd, zegt hij. „Als je ’t jong doet, is het aantal dode dieren minimaal. Gebeurt het op oudere leeftijd -gemiddeld op een week of vijf, zes- dan ligt de sterfte iets hoger. Maar een alternatief is er niet.”

Het apparaat waarmee de snavels worden afgetopt, is een ontwerp van vader Verschuuren, maar de zoon ontwikkelde het steeds verder. Lachend: „De pompjes die de waterdruppels aanvoeren om het sjabloon te koelen waren voorheen ruitenwisserpompjes uit Dafjes. Toen ik de fabriek belde of ze er nog wat hadden, bleken ze die alleen te kunnen maken als ik er 1000 tegelijk afnam. Dus moest ik op zoek naar een andere leverancier.” Octrooi op de V-methode werd niet aangevraagd vanwege de hoge kosten die aan zo’n aanvraag zijn verbonden.

De belangstelling voor de V-manier neemt nog steeds toe, ervaart Verschuuren. Met jaarlijks 8 miljoen behandelingen op zo’n 30 miljoen dieren in de legsector -vleeskuikens hoeven niet, want die zijn slachtrijp voor ze onderling pikneigingen krijgen- is Verschuuren de grootste speler in een markt van naar schatting zo’n 25, 30 beroepsbehandelaars.

Sinds de Limburger in 1997 startte met de VOF groeide het aantal personeelsleden van twee naar zes. De actieradius van de firma is Nederland, België en Duitsland, met in het verleden uitschieters tot ver in voormalig Oost-Duitsland, Oostenrijk en Zuid-Afrika. „We komen op zo’n 150 bedrijven, bijna allemaal vaste klanten. Maar er kunnen er natuurlijk altijd nog bij, een beetje groeien willen we nog wel.”

Sinds december 2001 is het bedrijf ISO-9001-2000 gecertificeerd en verder werkt het onder IKB-PSB-normen (Integraal Keten Beheer Pluimvee Service Bedrijven), waardoor hygiëne en dierwelzijn gewaarborgd moeten zijn. „Helaas werken er nog steeds behandelaars zonder die normeringen.”

De vogelpest van 2003 zorgde ook bij Verschuuren voor een flinke dip -„ik denk dat we dit jaar op zo’n 6,5 miljoen behandelingen uitkomen”- maar over het algemeen vielen de gevolgen van de ziekte voor zijn bedrijf wel wat mee, zegt hij. „In ons geval deden we van maart tot augustus allemaal ander werk in de regio. Gelukkig bleef er zodoende bij iedereen voldoende brood op de plank.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer