Het Democratische Volksfront van Sudan (SPDF) heeft dit maandag vanuit Nairobi in Kenia gemeld.

De gevechten vonden op 23 en 25 januari plaats zo’n 600 kilometer ten zuiden van de Sudanese hoofdstad Khartoem, tussen de steden Mirmir en Pul Tutni en bij Kuac, niet ver van Bantiu. Bij de eerste schermutseling vonden 63 soldaten de dood, bij de tweede 102. Verder werden vier soldaten gevangengenomen. Ook viel er een grote hoeveelheid wapens in handen van de rebellen.

Het regeringsleger bombardeerde uit vergelding de steden Koch, Leer en Mayendit, zeiden de rebellen. Of daarbij slachtoffers waren gevallen, werd niet gemeld. De Sudanese regering onthield zich van commentaar.

De staatskrant Al-Anba meldde dat een op 19 januari gesloten staakt-het-vuren voor het Nuba-gebergte standhoudt. De wapenstilstand met het Democratische Volksbevrijdingsleger (SPLA) kon worden gesloten dankzij de inspanningen van Amerikaanse en Zwitserse bemiddelaars.

De burgeroorlog in Sudan is rampzalig voor het Nuba-volk, waarvan het traditionele stamgebied in het Nuba-gebergte tussen het regeringsleger en de zuidelijke rebellen is gesitueerd. De in het Zwitserse Bürgenstock gesloten bestandsovereenkomst heeft volgens Al-Anba geleid tot de openstelling van wegen, ook in gebied dat in handen is van rebellen.