Kerk & religie

Bewaring

Genesis 6:9

19 February 2014 10:33Gewijzigd op 15 November 2020 08:54

„Noach was een rechtvaardig, oprecht man, in zijn geslachten. Noach wandelde met God.”

Het was een genadewonder dat de Heere Noach bewaarde in de oude wereld, die overstroomd was door goddeloosheid, en dat Hij een Lot bewaarde in Sodom, waar allen God tergden. Zij waren als lantaarns brandend op een oceaan, waar de golven zich rondom verhieven om die uit te blussen. Van de dagen van het Nieuwe Testament lezen wij: „Doch gij hebt enige weinige namen ook te Sardis, die hun klederen niet bevlekt hebben” (Openbaring 3:4). In sommige tijden is het uiterst moeilijk om de praktijk van de godzaligheid vast te houden, omdat de stroom ertegen ingaat. De Heere bewaart soms enkelen om een zaad te zijn voor betere dagen.

Wat zou er van de nieuwe wereld geworden zijn als Noach niet oprecht was geweest in zijn geslacht? Hij moest dienen om de beginselen en de praktijk van de godzaligheid over te brengen op zijn nageslacht na de vloed. Zolang God een Kerk in de wereld zal hebben, hoe slecht de tijden ook zijn, zullen er altijd in alle geslachten enkelen zijn die de Naam van Christus in herinnering brengen, volgens de belofte: „En zie, Ik ben met u al de dagen tot de voleinding der wereld” (Mattheüs 28:20).

Helaas zijn er velen die hun rug toekeren naar een ernstige beleving van de godsdienst, en die een zondige vrijheid nemen van de grote massa, die zijn eigen weg gaat.

Thomas Boston, predikant te Ettrick (”The whole works”, 1848)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer