Ouderling in Twijzel: Ik denk niet dat onze gemeente nog lang bestaat
TWIJZEL. De diensten van de vrije gereformeerde kerk van Twijzel worden tegenwoordig in de voormalige consistoriekamer gehouden. De enige overgebleven ouderling is zwak en somber. „Ik denk niet dat we nog lang bestaan.”
Na het overlijden van zijn moeder, in 2000, bleef Wiebe Geertsema (71) alleen achter in het boerderijtje buiten Twijzel, waar hij ook ter wereld kwam. Veel meer dan rustig in een stoel zitten kan hij niet. Een paar maanden terug onderging hij een bypassoperatie.
De broze gezondheid van de bejaarde vrijgezel, oud-werknemer van een meelfabriek, maakt de positie van de vrije gereformeerde kerk van Twijzel uiterst kwetsbaar. Geertsema is de enig overgebleven ouderling. Hij wordt bijgestaan door een diaken, die tevens de predikbeurten regelt.
Het aantal kerkgangers is teruggezakt tot hooguit dertig. „We zitten ook weleens met vijftien mensen.” De Rehobothkerk aan de Optwizel, de hoofdstraat van het dorp, kan er wel 400 bergen. Om niet volledig verloren in de grote kerkzaal te zitten, worden de diensten al enige tijd in de consistoriekamer gehouden. De kerkenraad is uitgeweken naar de keuken.
De eerste scheuring van de gemeente had plaats door de vrijmaking, in ’44. De kerkenraad koos partij voor dr. K. Schilder, het grootste deel van de leden bleef synodaal gereformeerd en verhuisde noodgedwongen naar een school.
Onder ds. K. van den Belt ontstond er in 1967 wederom twist. Twee vrijgemaakte ouderlingen dienden een ‘klaagschrift’ tegen hem in, vanwege zijn bevindelijke prediking. De overige kerkenraadsleden bleven loyaal aan hun predikant. Het gevolg was dat de gemeente op zichzelf kwam te staan.
Van 1973 tot 1983 werd de vrije gereformeerde kerk van Twijzel gediend door de van huis uit christelijke gereformeerde ds. G. den Boer, een van de oprichters van het Reformatorisch Dagblad. Van den Belt ordende hem tot predikant. Den Boer bevestigde op zijn beurt in 1984 de van oorsprong hervormde hulpprediker J. Wijnsma. „Zo gaat dat in zulke gemeenten”, glimlacht Geertsema.
In 1995 verbond dr. M. Kuiper, afkomstig van de Nederduits Gereformeerde Kerk in Zuid-Afrika, zich aan de Friese gemeente. Na zijn vertrek in 2007 kreeg de vrije gereformeerde kerk een parttimevoorganger in de persoon van D. van Ruiten, tot dan lid van de baptistengemeente van Leeuwarden. „Die zat in de vleesverwerking, maar hij heeft wat bijgestudeerd”, zegt Geertsema. Folkert van der Veen, een kaashandelaar uit de christelijke gereformeerde kerk te Zwaagwesteinde, geeft catechisatie. Verenigingsleven kent de gemeente niet meer.
Van Ruiten vervult ongeveer vijftig preekbeurten per jaar. In de overige diensten gaan voornamelijk predikanten uit de omtrek voor, van PKN-predikant A. J. Fraanje uit Drachten tot de Nederlands gereformeerde A. ten Napel uit Joure. Incidenteel is er preeklezen. Dan kiezen Geertsema en zijn ambtsbroeder meestal een preek van een christelijke gereformeerde predikant. „We zijn geabonneerd op de serie ”Uit de Levensbron”. Ik lees graag van ds. J. Westerink.”
Twee wegen
Op catechisatie bij ds. C. Trimp, later hoogleraar aan de Theologische Hogeschool van de vrijgemaakten in Kampen, leerde de jonge Wiebe Geertsema dat hij lid was van de ware kerk. Daar moest hij zich als gelovige voor inzetten. „Toen kwam dominee Van den Belt. Die zei: „Een mens moet wederom geboren worden.” Onder die prediking zijn me de ogen geopend.”
Met heimwee denkt hij aan deze periode terug. En aan de prediking van de hervormde hulpprediker L. van der Sluys, die in de vacante periode na het vertrek van ds. Wijnsma vaak in Twijzel voorging. „Veertien dagen geleden heb ik nog een opgenomen preek van hem beluisterd. Dat is wat anders dan we nu horen. Ik mis de prediking van de twee wegen.” Toch overwoog hij geen moment om te vertrekken. „Dan moet ik de wouden in, naar Driesum, Damwoude of Wouterswoude. Daar zou ik me geestelijk beter thuis voelen, maar ik hoor hier.”
Somber
Relaties met andere gemeenten heeft de vrije gereformeerde kerk van Twijzel niet. „Een jaar of wat geleden hebben de vrijgemaakten hier voorgesteld om weer samen te gaan, maar dat is op niets uitgelopen. De culturen liggen te ver uit elkaar. Zij gebruiken de Nieuwe Bijbelvertaling en zingen vooral gezangen. Daar kunnen wij niet in mee.”
Ook met de vrije gereformeerde evangelisatie van Twijzelerheide is nooit contact gezocht. Op de rest van kerkelijk Nederland heeft Geertsema nog minder zicht. Wat hij ervan weet, heeft hij uit het blad Om Sions Wil. „Daar heb ik me op geabonneerd toen De Vriend van Oud en Jong ermee stopte.”
Financieel kan de vrije gereformeerde kerk het nog wel even uitzingen. „We hebben een paar autohandelaren met wat geld: drie broers. Daar drijven we op.” Over de wat verdere toekomst is de bejaarde Fries somber gestemd. „Ik denk niet dat we nog lang bestaan. Dat zei ook ds. Fraanje laatst in een preek. „Hoe lang bestaat dit nog, met één ouderling en één diaken?” Nee, opvolgers zijn er niet. Was dat maar zo. Dan zat ik allang niet meer in de kerkenraad.”
Twijzel
De vrije gereformeerde kerk van Twijzel ontstond nadat de gemeente zich onder ds. K. van den Belt losmaakte van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Elke zondag is er twee keer dienst, om kwart over negen en om twee uur. Voor de liturgie wordt gebruikgemaakt van de Herziene Statenvertaling en de Psalmbundel in de berijming van 1773. Pogingen om de vrije gemeente een kerkelijk onderdak te geven –bij de Gereformeerde Gemeenten, de Nederlandse Hervormde Kerk en de Christelijke Gereformeerde Kerken– liepen allemaal spaak. De huidige voorganger is van huis uit baptist.
Vrije gemeenten, evangelisaties en comités. Vandaag deel 2: de vrije gereformeerde kerk van Twijzel (Friesland). Volgende week: de vrij evangelisatie van Valthe.