OM vecht vrijspraak moord Vivica Spong aan
UTRECHT (ANP). Het Openbaar Ministerie (OM) gaat in hoger beroep tegen de vrijspraak van de 42-jarige Utrechter Mark van D., voor de dubbele moord op zijn vriendin Vivica Spong (31) en haar ongeboren zoontje Julian. De rechtbank in Utrecht kwam woensdag tot vrijspraak in deze zaak, omdat er geen doodsoorzaak en motief met zekerheid voor de rechters vaststaan.
Het OM vindt anders dan de rechtbank dat de aanwijzing voor verstikking in combinatie met het tactisch bewijs „wel degelijk voldoende bewijs oplevert” voor een veroordeling. Het slachtoffer, het nichtje van de bekende advocaat Gerard Spong, lag in juli 2012 dood onder aan de trap in een plas bloed in de Utrechtse woning van het stel.
Van D. stelde dat hij Vivica ’s middags zo aantrof en dat ze een ongelukkige val moet hebben gemaakt. Justitie denkt dat Van D. haar wurgde en eiste 20 jaar cel voor dubbele moord.
Forensisch deskundigen hebben alleen voor verstikking als doodsoorzaak aanwijzingen gevonden. Dat geldt voor geen enkele andere doodsoorzaak, ook niet een val van de trap, benadrukt het OM in een toelichting. De aanwijzingen voor verstikking, in combinatie met de leugenachtige verklaringen van de verdachte en zeer belastende zoektermen op zijn computers leveren wel degelijk voldoende bewijs op, meent het OM.
Het stel had ’s ochtends ruzie gehad. Van D. loog bewust over de tijdstippen waarop hij naar zijn werk vertrok en op zijn werk aanwezig was, stelde de rechtbank vast. En in zijn computers stonden verdachte zoektermen zoals ‘nek breken zonder sporen’. Maar deskundigen waren ondanks wat mogelijke aanwijzingen voor verstikking niet zeker over een doodsoorzaak. Omdat ook een motief niet vaststaat, is het bewijs te mager. Van D. is onmiddellijk vrijgelaten.
De rechtbank stelt in het vonnis dat de conclusie misschien anders was geweest als behalve de arts-patholoog ook meteen de forensisch arts naar de woning was gegaan. Die had nog naar andere dingen gekeken. Bijvoorbeeld of de houding van Vivica en de aanwezige obstakels inderdaad spoorden met een mogelijke val. Of dat er wellicht stofvezels in het haar zaten, die juist op verstikking konden duiden en Van D.’s eventuele betrokkenheid daarbij.