Kerk & religie

Dr. Bart Wallet: Geen rechtstreekse lijn van Jodenhaat van Luther naar Hitler

UTRECHT. Studentenvereniging Depositum Custodi kon in het jaarthema ”Strijd” niet om het Joodse volk heen. „Geen volk waar zo veel en zo vaak om gevochten is als om het nageslacht van Abraham”, zo leidde voorzitter Jorald Top de zevende lezing rond het jaarthema donderdag in.

Van een medewerker
14 February 2014 11:03Gewijzigd op 15 November 2020 08:50
Bart Wallet. beeld Jaco Klamer
Bart Wallet. beeld Jaco Klamer

De spreker, historicus dr. Bart Wallet, behandelde de vraag of het antisemitisme van de Holocaust christelijke wortels heeft. Hij verwees naar een studie van de theoloog Hans Jansen. Deze publiceerde in 1981 ”Christelijke theologie na Auschwitz”. „In dit boek sneuvelen kerkvaders die wij hoog hebben staan. Hitler en de nazi-ideologie vonden volgens hem voedingsbodem in een geschiedenis van Jodenhaat. In 2005 stelde de Joodse theoloog René Süss het scherper: er loopt een rechtstreekse lijn van Luther naar Hitler.”

Wallet, werkzaam aan de Vrije Universiteit, onderscheidde verschillende vormen van antisemitisme. De haat die Luther meer naar het einde van zijn leven aan de dag legde, heet anti-judaïsme. Deze haat richt zich vooral tegen het Joodse geloof. Politiek antisemitisme ontstaat als Jodenhaat onderdeel geworden is van een partijprogramma of regeringsbeleid. Dan gaat het meestal om haat tegen het Joodse ras.

In de tijd voor de Tweede Wereldoorlog maakten antisemitische bewegingen in Duitsland wel gebruik van Luthers uitspraken over de Joden. „De Deutsche Christen, een anti-Joodse beweging binnen de Duitse staatskerk, noemde in 1936 voor het eerst de naam van Luther om kerkleden voor haar beleid te winnen. Maar in ”Mein Kampf” kom je de naam van Luther niet tegen.”

Luthers uitspraken over de Joden zijn te pittig om zomaar naast je neer te leggen, vindt Wallet. „De discussie over deze uitspraken is scherp, omdat Luthers uitlatingen scherp zijn. „Weet lieve christenen dat gij na de duivel geen bitterder vijand hebt dan de Jood. Ze zijn een plaag, stelen onze goederen en zijn ons de baas””, citeert hij.

Tegenstellingen

Er zijn twee verklaringen voor Luthers Jodenhaat. „Sommigen redeneren vanuit een ontwikkeling in zijn leven. In 1523 schrijft hij een boek gericht op bekering van Joden. Hij toont zich begripvol dat ze zich afkeerden van de kerk die ziek was door dwalingen en probeert hen voor de Reformatie te winnen.”

Later wordt zijn toon bitter. In 1543 schrijft hij een boek over ”De Joden en hun leugens”. Hij spoort christenen ertoe aan om de huizen en synagogen van Joden te verbranden. Wallet: „Luther laat zich echter ook fel uit tegen Turken en de paus. Hij denkt in tegenstellingen en stelt de wet tegenover het Evangelie, de letter tegenover de geest van de wet. Zijn negatieve visie op wet en werken projecteert hij ook op het Jodendom en de Rooms-Katholieke Kerk. Zij staan lijnrecht tegenover het Evangelie.”

Wallet wil niet stellen dat er een rechtstreekse lijn loopt van Luther naar het antisemitisme aan het begin van de twintigste eeuw. „Wel was er een brede onderstroom in het christendom waarin weinig ruimte was om positief te denken over Joden.”

De erfenis van de christelijke traditie is aan de ene kant iets om dankbaar voor te zijn, „maar de verschrikkingen in de twintigste eeuw hebben onze ogen geopend voor de negatieve kanten ervan. Na de Tweede Wereldoorlog heeft de Joodse kant van ons geloof een herleving doorgemaakt. We leven toe naar het visioen uit de Openbaring. Voor de troon van het Lam staan de twaalf stammen van Israël en de oudsten uit de volken, samen verenigd in de lof voor God, de Messias van Israël.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer