Poetins overwinning
De verkiezingen voor de Doema, het Russisch parlement, hebben president Poetin nog steviger in het zadel gezet als dat hij al zat. Verenigd Rusland, de partij van Poetin, behaalde ruim 37 procent van de stemmen; een ruime voorsprong op de andere partijen in het parlement. En groeperingen die enige oppositie van betekenis zouden kunnen voeren, zijn weggevaagd.Internationale waarnemers hebben inmiddels kritiek geuit op de verkiezingen van afgelopen zondag. De stembusslag was weliswaar vrij maar verre van eerlijk, aldus het commentaar van vertegenwoordigers van de OVSE, van de Raad van Europa en zelfs van de Verenigde Staten.
Hun bezwaren betreffen niet de organisatie maar vooral de campagne. Poetins partij, Verenigd Rusland, maakte in de verkiezingsstrijd op schaamteloze wijze gebruik van het staatsapparaat en de media. Daarmee zette ze haar rivalen duidelijk op achterstand.
Vanuit de westerse opvattingen over democratie is deze kritiek volstrekt begrijpelijk. Voor de Oost-Europeaan doet ze echter minder ter zake. Nog steeds is men daar gewend dat machthebbers die stevig in het zadel zitten zich bedienen van publieke instellingen in het belang van hun eigen positie. Kritisch democratisch denken komt slechts bij een zeer beperkt deel van de bevolking voor.
Dat laatste verklaart voor een belangrijk deel de brede steun die Poetin zondag kreeg, ondanks de slechte sociale en economische situatie van het land. Twintig miljoen Russen leven onder de armoedegrens. Driekwart van de bevolking is arm. En toch geven veel mensen hun stem aan de zittende president die in politieke zin verantwoordelijk is voor de gang van zaken in het land.
Het ontbreekt de mensen aan moed en initiatief om zich te verzetten tegen de heersende politieke leider. De meerderheid van de Russische bevolking is al eeuwen gewend blind achter de machthebbers aan te lopen.
Door deze verkiezingen krijgt Poetin de kans het autoritaire aspect van zijn bewind te versterken. Verwacht wordt dat hij mag rekenen op de nodige steun van de partij van Zjirinovski (11,6 procent) en van Moederland (9,1 procent). Dat biedt hem wellicht de kans na zijn herverkiezing in maart volgend jaar de grondwet te veranderen zodat hij in 2008 voor een derde termijn verkiesbaar kan stellen.
Het cement tussen de partij van Poetin en de twee andere is het nationalisme. Dat is ook het punt dat Verenigd Rusland, de partij van de Russische president, zelf bijeenhoudt. Het ontbreekt deze politieke groepering aan een uitgewerkte ideologie. Verenigd Rusland is niet meer dan een samenraapsel van lokale politici die zich verenigd hebben achter Poetin onder het motto: „Samen met de president voor een Verenigd Rusland.”
Nog steeds hebben de Russen het idee dat versterking van het nationalisme hen in staat stelt een vuist te maken in de wereld en het land de kans biedt zich te ontworstelen aan de sociaal-economische problemen. Het gevaar is dat dit idee massaal omslaat in ultranationalisme zoals dat wordt gepredikt door Zjirinovski. Wanneer dat gebeurt, betekent dat een aanslag op de stabiliteit in Oost-Europa.