Opinie

Europa kan CAR-problemen niet aan

Europa is onvoldoende voorbereid op problemen met een omvang zoals in de Centraal-Afrikaanse Republiek, waarschuwt 
M. Boot.

M. Boot
11 February 2014 11:19Gewijzigd op 15 November 2020 08:45
„Sinds begin december is het in de Centraal-Afrikaanse Republiek een geweldige puinhoop. Rond de 1 miljoen mensen zijn ontheemd. Een kwart miljoen burgers zijn naar buurlanden gevlucht”, beeld EPA
„Sinds begin december is het in de Centraal-Afrikaanse Republiek een geweldige puinhoop. Rond de 1 miljoen mensen zijn ontheemd. Een kwart miljoen burgers zijn naar buurlanden gevlucht”, beeld EPA

Nauwelijks een maand geleden verklaarde onze minister van Defensie, Jeanine Hennis-Plasschaert, op een belangrijke veiligheids­conferentie: „Een sterkere Europese defensie is in het belang van de NAVO. Ik vind het hoog tijd om een tandje bij te schakelen.” Coöperatie is volgens haar noodzakelijk. Daarom moet het begrip ”soevereiniteit” op Europees niveau en niet nationalistisch worden geïnterpreteerd. „Veel draait om de wil van de EU- en de NAVO-landen.”

Europa zal zijn eigen veiligheid moeten organiseren en garanderen, in samenhang met de aangrenzende regio’s. Dit vraagt een totaal andere manier van denken over veiligheid. Het betekent onder meer dat Europa een eigen en duidelijke verantwoordelijkheid op zich zal moeten nemen voor Afrika ten zuiden van de Sahara. De problemen in Libië losten we met behulp van de luchtmacht op. Maar de immense Libische wapenvoorraden verdwenen stilletjes naar Mali, Niger en de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR). Er waren geen grondtroepen om dat te beletten en dat wreekt zich nu.

In hun commentaar op die veiligheidsconferentie noemen dr. Sven Biscop en generaal (b.d.) Coelmont de bewering dat de staat van defensie in Europa in een „noodtoestand” verkeert „slechts een lichte overdrijving.” Er komen andere tijden aan. Het is hoog tijd om de Europese defensie op orde te krijgen en niet langer alleen op de NAVO (vooral de Verenigde Staten) te leunen. Maar vooralsnog mist het Europees veiligheidsconcept de financiële middelen, vitaliteit en leiderschapskwaliteiten om de Europese periferie in het gareel te houden.

Puinhoop

De ontwikkelingen in en rond de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR) laten zich goed ter illustratie gebruiken. Sinds begin december is het daar een geweldige puinhoop, nog veel groter dan die al was. Rond de 1 miljoen mensen zijn nu ontheemd. Een kwart miljoen burgers zijn naar buurlanden gevlucht. Vrouwen en meisjes lopen volgens recente VN-rapporten enorme gezondheidsrisico’s (verkrachting, hiv-besmetting) en jongens zet men massaal in als soldaat of als slaaf.

In de CAR zijn gigantische aantallen wapens beschikbaar, vooral zogeheten kleine wapens. Deskundigen stellen dat er in de CAR ten minste 90.000 vrij beschikbaar zijn, waaronder veel automatische aanvalsgeweren (de beruchte AK-47’s). Dit chaotische en met wapens gevulde land kent een lange geschiedenis van despotisme, wanbestuur op alle niveaus, corruptie, staatsgrepen en gewapende inmenging door buurlanden. Met als onvergetelijk toppunt in 1976 de zelfbenoemde keizer Bokassa, die zich een heuse kroon van 5 miljoen dollar op zijn dictatoriale hoofd liet zetten.

Een ongelooflijk tekort aan voedsel en basismedicamenten laat zich zelfs tot in de hoofdstad Bangui voelen. Intussen staan tientallen VN-trucks met rijst en dergelijke bij de grens van de CAR en Kameroen te wachten. Waarop? Op veiligheid, want de chauffeurs weten maar al te goed hoe riskant al die checkpoints zijn langs de 600 kilometer lange weg naar Bangui.

Waarom is die veiligheid er dan niet? Iets te kort door de bocht: omdat Europa zich nimmer naar behoren heeft voorbereid op dit soort Afrikaanse narigheid. Dit Europese militaire onvermogen bleek al overduidelijk in de ernstige conflicten op de Balkan (Bosnië, Kosovo). De situatie is er sindsdien niet beter op geworden.

De Noorse onderzoeker Morten Boas karakteriseert de situatie in de CAR als zeer verward en onvoorspelbaar. De noodzaak om in te grijpen wordt inmiddels onderkend. In alle haast spant men zich in om de reeds aanwezige Franse troepen te versterken en uit te breiden. Op 20 januari heeft de Europese Commissie daarvoor 366 miljoen euro beschikbaar gesteld. Vanuit Nairobi zijn vluchten uitgevoerd naar Bangui; die brachten zo’n 37 ton aan de meest dringende medische artikelen.

Tanden

De (Europese) politieke wil om daadwerkelijk iets te ondernemen ontbreekt vooralsnog, evenals een gezamenlijke visie en de benodigde gevechtskracht. Een militaire operatie in één grote jungle als de CAR vraagt om strategisch luchttransport, een serie goede pantservoertuigen (bijvoorbeeld de CV90), gevechts- en transporthelikopters, medische voorzieningen en veel logistieke middelen. Er moet immers enorm veel geregeld worden: denk aan de permanente aanvoer van brandstof, aan al die tropische ziekten en aan het zoeken naar een duurzame politieke en maatschappelijke oplossing.

Het meest geschikt voor krachtig militair ingrijpen in de CAR zijn de zogeheten EU-battlegroups in samenwerking met de European Gendarmery Force (GDF). Daarover bestaat echter veel geharrewar en weinig daadkracht. En omdat aan elk optreden met grondtroepen uitgebreide politieke debatten van de betrokken landen zijn verbonden, is de kans dat ons kabinet op dit punt de tanden laat zien erg klein.

Tegelijkertijd: met elkaar het conflict in de CAR negeren of afdoen met alleen humanitaire hulp is geen optie.

De auteur is maatschappijwetenschapper.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer