Gebed vraagt om vaste tijden
AMSTERDAM. Door een nauwgezet gebedsleven wordt de afhankelijkheid van God ingeleefd, zegt dr. W. van Vlastuin.
Studenten kiezen bij voorkeur een intellectueel onderwerp voor een lezing. Het Amsterdamse CSFR-dispuut had afgelopen zaterdag voor zijn ‘stadsweekend’ een praktisch thema gekozen: de noodzaak van het gebed. „Het is goed als studenten ook bezig zijn met heel praktische en concrete zaken zoals het gebed”, aldus dr. Van Vlastuin bij het begin van zijn lezing. „Het gebed is immers het hart van het geloof.”
Amstelodamense, het dispuut van de CSFR in Amsterdam, houdt elk voorjaar een ‘stadsweekend’. Dan blijven zo veel mogelijk studenten de zondag over in de stad voor lezingen en discussies. Afgelopen weekend werd afgesloten met een gezamenlijke kerkgang naar de Noorderkerk. In de preek besteedde ds. P. J. Visser ook aandacht aan het gebed.
Dr. W. van Vlastuin, docent aan het seminarie van de Hersteld Hervormde Kerk aan de VU, zei dat zowel Calvijn als de opstellers van de Heidelbergse Catechismus doordrongen waren van het belang van het gebed. „In de ”Institutie” wordt veel plaats ingeruimd voor het gebed. De Heidelberger noemt het gebed het voornaamste stuk van de dankbaarheid. Een christen kan losgemaakt worden van een gemeente. Zijn Bijbel kan hem worden afgenomen. Maar het gebed kan een gelovige niet worden ontnomen.”
Bidden is rust vinden in God. Augustinus bedoelde dat met zijn bekend en veelgeciteerde uitspraak: „Onrustig is het hart, totdat het rust vindt in God.”
Het gebed is een bijzonder voorrecht en vreugde, liet dr. Van Vlastuin zien. Hij wees op de engelen. Hoewel de engelen altijd in de nabijheid van de Heere leven, kennen zij toch niet die intieme omgang als een kind met zijn vader of een bruid met haar bruidegom. „Een gelovige mag alle levensvragen en behoeften aan God voorleggen. Toch is het echte gebed iets anders dan louter vragen”, aldus dr. Van Vlastuin. „In het gebed gaat het om de wederzijdse relatie. Het zou niet goed zijn als wij in een relatie alleen maar willen ontvangen.”
Wat doet het gebed met de bidder? Op deze vraag uit de zaal antwoordde de lector dat het christelijke leven nauw verbonden is met het gebedsleven. „Veel puriteinse predikanten hebben voor het kerkelijk leven het gebedsleven belangrijker gevonden dan menselijke talenten en activiteiten. Het is opmerkelijk hoeveel opwekkingen en aansporingen tot het gebed er in de Bijbel staan. Juist door een intensief en nauwgezet gebedsleven wordt de afhankelijkheid diep ingeleefd en beseft. Het gebed is een oefening in zelfkennis. En omdat alle dingen, ook de zogenoemde kleine dingetjes, aan de Heere worden voorgelegd, ontdekt de christen meer en meer Gods leiding in zijn leven.”
Niet alle gebeden worden verhoord en dat is achteraf gezien nog goed ook. Dr. Van Vlastuin citeerde een bevriende christen uit Schotland die eens zei: „Ik dank God het meest voor die gebeden die Hij niet verhoorde.” In de Bijbel zijn ook voorbeelden van verkeerde gebeden te vinden. Volgens dr. Van Vlastuin is het raadzaam om vaste tijden voor het gebed strikt en gedisciplineerd aan te houden. „Wie te druk is en nauwelijks tijd heeft voor het gebed, geeft daarmee aan eigen activiteit van grotere waarde te vinden dan Gods werk.”