Opvoeder moet kind een „stempel” opdrukken
LELYSTAD. De Bijbel roept iedere opvoeder op zijn kinderen de geboden en instellingen van God in te prenten. Maar kinderen het „stempel” van Jezus Christus opdrukken, kan alleen als de opvoeder zelf eerst door Hem gestempeld is, aldus theologe Anne Westerduin.
Ze sprak vrijdag in Lelystad voor zo’n 1100 mensen die de conferentie ”Rondom het kind” bezochten. Thema van de tweedaagse conferentie, die zich richt op geloofsoverdracht aan kinderen, is ”Uitpakken”.
Westerduin, manager bij uitgeverij Jongbloed in Heerenveen, nam Deuteronomium 6:4-10 als leidraad. Daarin gaat het onder meer om de taak kinderen de geboden van God in te scherpen. Ze gaf het voorbeeld van een Fries gezin dat naar een andere provincie verhuisde. Willen de ouders de Friese taal behouden, dan zullen ze thuis Fries moeten spreken. „Onze kinderen horen in hun omgeving nauwelijks geloofstaal, en daarom is het noodzakelijk om thuis, in de kerk of tijdens het kerkelijk jeugdwerk geloofstaal te horen. Anders gaat die verloren.”
Wel is het nodig een brug te slaan en door het gebruik van eigentijdse taal aan te sluiten bij het kind, aldus Westerduin. Ze pleitte voor christelijke symbolen. „In veel huiskamers stond vroeger een standaard met Statenbijbel. Dit soort symbolen hebben wij veel te gemakkelijk afgeschaft.” Ouders en opvoeders moeten creatief zijn in het creëren van nieuwe symbolen, vindt Westerduin. Ze benadrukte dat het bij geloofsopvoeding niet zozeer draait om activiteiten. Het is volgens haar goed om te bedenken dat het begin van het geloof altijd bij God ligt, „en niet in menselijke activiteit.”
De Amerikaan Bob Hartman ging tijdens een workshop in op het „geheim” van het vertellen van verhalen. Daarin gaat het om menselijke relaties, zei hij. „Dat is het grote verschil met een beeldscherm, waar zo veel ouders en kinderen naar kijken. Daarom is een verhaal niet ouderwets, maar juist opwindend.”
Personage
Volgens Bob Hartman draait het in verhalen om de personages. De personages trekken de luisteraars het verhaal binnen. Hoorders zullen zich altijd identificeren met een of meer personages, en daarom moet de verteller de personages tot leven brengen. „Bedenk dat de Bijbel grotendeels uit verhalen bestaat. Blijkbaar achtte God Zelf het verhaal het meest geschikt voor Zijn openbaring. Juist christelijke opvoeders moeten de Bijbelverhalen met vreugde en passie doorgeven.”
Op het programma van de conferentie staan vandaag opnieuw verschillende lezingen en workshops.