WRR: geen apart vak normen en waarden op school
Het is geen goed idee een apart vak normen en waarden op scholen in te voeren. Beter is het de overdracht van fatsoensregels in het onderwijs onder te brengen bij bestaande vakken. Dat is een van de aanbevelingen die de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) maandag heeft gedaan in zijn rapport Waarden, normen en de last van gedrag.
Het kabinet komt op zijn vroegst in februari met een reactie op het rapport, maar premier Balkenende gaf maandag aan het „te beschouwen als een kritische ondersteuning van de lijn die door het kabinet is gekozen".
„De overheid moet de rechtsorde op een heldere en stevige manier handhaven, het goede voorbeeld geven en goede condities scheppen waaronder instituties normen en waarden kunnen bevorderen", aldus de minister–president. Hij wil „niet van bovenaf fatsoensnormen opleggen, maar organisaties en mensen zelf stimuleren afspraken te maken over gedrag en omgangsnormen".
Volgens de WRR kunnen de culturele diversiteit van de samenleving en de verworvenheden van de rechtsstaat op de scholen aan de orde komen in vakken als geschiedenis, maatschappijleer en aardrijkskunde. Verder beveelt de raad aan samen met leerlingen gedragsregels te formuleren voor de school, de leerlingen, de leerkrachten en de ouders. Het moet echter niet zo zijn dat het falen van de ouders bij de opvoeding wordt afgewenteld op de scholen. De regering moet daarop toezien.
Scholen moeten zelf de strijd aanbinden met het pesten. Bedrijven moeten topmanagers aanspreken op hun hoge salarissen. De overheid is er vooral om de helpende hand te bieden, maar moet dit doen zonder het onderwijs, de media, vrijwilligersorganisaties en andere maatschappelijke instituties voor te schrijven hoe die deze taak moeten vervullen, aldus het rapport.
Balkenende zei dat het kabinet vier speerpunten ziet om de discussie over normen en waarden in de praktijk toe te passen: onderwijs, inburgering, veiligheid op straat en jeugdbeleid. De premier vindt dat zaken als hufterig gedrag in het openbaar vervoer, het pesten van leerlingen en onbeschoftheid in het verkeer moeten worden aangepakt.
D66–leider Dittrich is positief over het rapport. Tot dusver ging het bij normen en waarden om een „vage ongrijpbare dialoog". Het rapport geeft „handen en voeten" aan de discussie. „Met dit rapport kan beleid in gang worden gezet." Dittrich is het met de raad eens, dat er geen apart nieuw vak moet komen op de scholen. Hij vindt het vooral van belang dat scholen en andere organisaties zelf gedragscodes ontwikkelen.
De SGP dankt dat er een morele omslag nodig is nu in Nederland zoveel zaken zijn scheefgegroeid. Zij pleit voor een christelijk réveil. De kleine christelijke partij noemt het een groot gemis dat het rapport nauwelijks rept over de waarde van het gezin als institutie om normen en waarden over te dragen.
Volgens de WRR is het de taak van de overheid de discussie aan te gaan maar te veel debat kan ook schadelijk zijn. Als het over cultuurverschillen gaat bijvoorbeeld, kan te veel gepraat tot stigmatisering van bepaalde groepen leiden. De overheid moet keuzes maken in de kwesties waarover ze debat wil en waarover niet, oordeelt de raad.
Balkenende vindt het van belang dat maatschappelijke organisaties vanuit hun eigen identitiet een steentje bijdragen. Zo kunnen sportverenigingen jongeren teamgeest bijbrengen en kunnen scholen leerlingen leren wat ze aan conflictbeheersing kunnen doen. „Het gaat om een appèl op mensen om op te komen voor elkaar", aldus de minister–president.