Opinie

Kerk die combinatie zoekt van godsdienst en moderniteit verliest aan geloofwaardigheid

De tijdgeest is een realiteit, maar moet niet gezien worden als iets onontkoombaars. De eisen van de tijd zijn geen dictaat voor de kerk. Wie daaraan toegeeft, begeeft zich duidelijk op een hellend vlak.

dr. C. S. L. Janse

6 February 2014 12:21Gewijzigd op 15 November 2020 08:40
beeld RD, Henk Visscher
beeld RD, Henk Visscher

Winkelbedrijven willen af van de toeslagen voor avond- en weekendwerk, zo werd begin deze week in het radiojournaal gezegd. Die toeslagen waren niet meer van deze tijd. Kennelijk zagen ze dat als een doorslaggevend argument. Niet meer van deze tijd, dat lijkt het einde van alle tegenspraak.

Dergelijke argumentatie kom je vaker tegen. Ook op kerkelijk gebied. Catechismus­preken zijn niet meer van deze tijd, zo zegt men dan. Is dat een geldig argument? Voor de kerk in ieder geval niet. Daar oriënteert men zich, als het goed is, primair op de dingen van de eeuwigheid. De tijdgeest heeft daar niet het laatste woord. Het gaat erom of het is naar de mening van Gods Geest.

Maar is het toch niet zo dat de tijdgeest, of anders gezegd de dominante cultuur, een grote invloed heeft? Ook op orthodoxe christenen die pretenderen Bijbelgetrouw te zijn. Is die beïnvloeding door de tijdgeest niet iets wat ons eenvoudigweg overkomt? Een kracht buiten ons, waar je vrijwel niets tegen kunt doen?

Drijvende krachten

Dat is zeker een relevante vraag. Wat bepaalt de wereld waarin wij leven? Wat zijn de drijvende krachten in de geschiedenis? Zijn dat ideeën van mensen? Van filosofen, theologen, godsdienststichters en maatschappijhervormers? Of zijn het vooral economische en technologische processen? Gaat het uiteindelijk om economische structuren en consumptiebehoeften? Zijn grote uitvindingen en technologische vernieuwingen beslissend voor de gang van de geschiedenis?

Of, om het anders te formuleren: zijn grote mannen beslissend voor de loop van de geschiedenis of niet? Was onze wereld een andere geweest wanneer Karel de Grote, Napoleon, Lenin en Churchill niet geleefd hadden? Of wordt de geschiedenis voortgestuwd door anonieme krachten?

Anoniem in die zin dat daarachter (behalve de soms verrassende werking van de natuur) zich een ondoorgrondelijke complexiteit van menselijk streven en handelen bevindt. Het doen en laten van vele miljoenen mensen vormt immers een complex geheel, waarbij uiteenlopende percepties en verwachtingen, botsende waarden en belangen, onderling tegenstrijdige doelstellingen, averechtse neveneffecten en onbedoelde gevolgen, tot ontwikkelingen en resultaten leiden die in hun totaliteit door niemand voorzien en wellicht ook door niemand gewenst zijn.

Extremen vermijden

Het zal duidelijk zijn dat het laatste woord over deze vragen nog niet gezegd is. Voor wie een realistisch antwoord zoekt, is het wellicht het veiligste om extreme standpunten te vermijden. Ons wereldbeeld is waarschijnlijk het meest realistisch wanneer we ervan uitgaan dat mensen zich laten leiden door ideeën, maar ook door materiële belangen. Dat grote mannen op strategische momenten inderdaad grote invloed hebben gehad op de loop der gebeurtenissen. Maar dat strategische moment moest hun dan ook wel gegeven worden. En na verloop van tijd neemt de geschiedenis vaak weer een andere wending.

Bovendien zijn er altijd onderstromen in de cultuur. Er zijn altijd enkelingen en groepen die duidelijk anders zijn, die andere opvattingen hebben dan de culturele hoofdstroom in hun tijd. Die zich apart opstellen en tegen de tijdgeest ingaan. Al nemen ze daar meestal ook wel wat van mee.

Daarbij geldt uiteraard dat God boven alle dingen staat. Heel de wereldgeschiedenis verloopt naar Zijn wijze raad, waarbij het Hem behaagt mensen in te schakelen en gebruik te maken van natuurlijke processen en maatschappelijke structuren. Alles op deze wereld gaat zoals het gaan moet, al kunnen wij Zijn wijs beleid niet doorgronden.

Dat betekent ook dat we ons niet al te zeer door de tijdgeest moeten laten imponeren. De gedaante van deze wereld gaat immers voorbij. In ieder geval mag het gegeven dat iets niet meer van deze tijd is, voor ons niet beslissend zijn. Wij dienen onze waarden en normen ergens anders aan te ontlenen. Het ware geloof wordt gewerkt door de Heilige Geest, niet door de tijdgeest. Al wordt de gelovige daardoor wel beïnvloed.

Geen noodlot

Zo is ook de secularisatie geen onontkoombaar noodlot, al is zij in het culturele krachtenveld waarin wij moeten opereren, wel een factor van grote betekenis. In artikel 27 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis belijden wij „dat Christus een eeuwig Koning is, dewelke zonder onderdanen niet zijn kan”, al geldt soms van Zijn Kerk dat zij „een tijd lang zeer klein en als tot niet schijnt gekomen te zijn in de ogen der mensen.”

Terecht waarschuwde prof. Herman Paul onlangs voor een secularisatiedeterminisme. Een dergelijk determinisme doet tekort aan Gods almacht. En in het complexe krachtenveld waarin wij ons bevinden, hebben mensen (en kerken) hun eigen verantwoordelijkheid. Zij zijn geen willoze exponenten van de heersende tijdgeest.

Dat neemt niet weg dat we in de westerse wereld wel degelijk rekening moeten houden met sterke seculariserende krachten. Elders in de wereld ligt dat nog weer eens anders. Maar de wereldwijde opleving van de islam, zoals we die de laatste decennia waarnemen, biedt ook weinig troost. Het gaat immers niet om religie. Het gaat ook niet om christendom in de brede zin van het woord. Alleen het christendom van de enge poort en de nauwe weg heeft eeuwigheidswaarde. Daarvan is voorzegd dat weinigen die zullen vinden (Matth. 7:13-14). Maar dat is wel de Kerk die stand zal houden tot het einde toe.

Makkelijk versus strikt

Het Europese christendom, hetzij protestants of rooms-katholiek, is de laatste halve eeuw fors teruggelopen. Eigenlijk is dat al meer dan een eeuw op z’n retour. In de Verenigde Staten, een alleszins modern land, wisten de kerken zich beter te handhaven. Maar ook daar is een zekere teruggang onmiskenbaar.

Daarbij is het opvallend dat kerken die tamelijk strikt zijn in leer en leven, zich beter weten te handhaven dan kerken die met hun tijd meegaan, die ruim en makkelijk zijn. In Amerika was het Kelley die daar al veertig jaar geleden aandacht voor vroeg in zijn boek ”Why Conservative Churches are Growing” (”Waarom conservatieve kerken groeien”). Recent heeft de Nijmeegse religiewetenschapper Paul Vermeer daar in het tijdschrift Religie & Samenleving nog eens de aandacht op gevestigd.

Religieuze gemeenschappen kunnen volgens hem het proces van secularisatie alleen het hoofd bieden door de waarheid van het eigen geloof te beklemtonen, door in leer en leven een sterke binding van de gelovigen te verlangen en door zich openlijk af te zetten tegen de liberale en vrijzinnige waarden die in de maatschappij gemeengoed zijn. Zij bieden hun leden ook een sociale infrastructuur (allerlei eigen organisaties) die de geloofwaardigheid van de eigen geloofsopvattingen ondersteunt. Geografische concentratie is daarbij behulpzaam.

Kerken die zich aanpassen aan de moderne maatschappij, die zich kenmerken door relativisme, diversiteit en dialoog, lopen juist in ledental terug, zo constateerde Kelley reeds in 1972. Nu is een strenge kerk nog geen ware kerk, dat moeten we ons goed realiseren. Maar een kerk die een combinatie zoekt van godsdienst en moderniteit is zeker op het verkeerde pad. Die verliest ook voor haar eigen mensen aan geloofwaardigheid en relevantie. Daarvan zijn in de (Nederlandse) kerkgeschiedenis van de laatste honderd jaar tal van voorbeelden aan te wijzen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer