In Baarn kijken ze niet op van een Oranje
LAGE VUURSCHE. Inwoners van Baarn weten niet beter: de Oranjes horen bij hun gemeente. Toch was er gisteren een klein feestje toen prinses Beatrix zich officieel liet inschrijven als inwoner.
Het was een zakelijke mededeling van de Rijksvoorlichtingsdienst: „Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix der Nederlanden heeft dinsdag 4 februari 2014 officieel haar intrek genomen in Kasteel Drakensteyn te Lage Vuursche in de gemeente Baarn.”
Toch was het een bijzonder moment in de levensgeschiedenis van de oud-vorstin. Hier zal zij haar levensavond doorbrengen. Kort voor de mededeling deed burgemeester Röell van Baarn haar uitgeleide. In het gemeentehuis had de prinses zich in zijn bijzijn laten inschrijven in het bevolkingsregister.
Strikt genomen een formaliteit, maar de gemeente Baarn zag ook wel in dat het meer was dan dat. Zo was het college aanwezig in de trouwzaal en waren de fractievoorzitters uit de gemeenteraad uitgenodigd. Voor ChristenUnieraadslid Van Roshum was het een „bijzonder moment om als raadslid prinses Beatrix de hand te mogen schudden.”
Het vertrek van de vorstin trok veel bekijks. De auto met AA-kenteken voor de deur verraadde haar aanwezigheid. Verder was er geen ruchtbaarheid aan het bezoek gegeven. Drukte op de weekmarkt –voor het gemeentehuis– zorgde voor extra mensen bij de deur van het gemeentehuis. „Ik hoop dat prinses Beatrix, net als haar moeder, straks gewoon door de Laanstraat loopt voor haar boodschapjes”, twitterde een inwoner van het dorp. Inwoners van Baarn en Soest zagen in het verleden koningin Juliana regelmatig een winkel binnenstappen.
Voor Beatrix is Baarn bekend terrein, van jongs af woonde zij op Paleis Soestdijk en in Baarn ging ze naar het lyceum. Als jongvolwassene kocht zij er in 1959 Drakensteyn. Het kasteel lag niet ver van Paleis Soestdijk. Ze kon fietsend door de bossen ‘achterom’ naar haar ouders.
In 1963 betrok zij het kasteel en vanaf 1966 woonde zij er samen met prins Claus. Al snel kwamen er kinderen: prins Willem-Alexander in 1967, een jaar later Friso en in 1960 Constantijn. Zij hadden er een gelukkige jeugd.
Na de troonsbestijging van de vorstin in 1980 woonde het gezin nog een jaar in Lage Vuursche. Toen Paleis Huis ten Bosch klaar was, verhuisden ze naar Den Haag. Beatrix bleef Drakensteyn benutten. Vooral haar man, prins Claus, kwam er graag.
In 2006 startte een grote renovatie van het kasteel: de verwarmingsinstallatie en de riolering werden vervangen. Ook kwam er een nieuw hek rond het terrein – niet tot tevredenheid van alle inwoners van Lage Vuursche. De verbouwing voedde de geruchten dat de vorstin zou aftreden.
Eind 2009, begin 2010 was de restauratie klaar. Sindsdien wapperde de vlag –standaard– van de koningin vaker op het kasteel. Nu zal dat nog vaker zo zijn.
Hoe hecht de band van Beatrix en haar familie met Lage Vuursche is, blijkt misschien nog wel het meest uit het feit dat de vorig jaar overleden prins Friso begraven is op het kerkhof bij de Stulpkerk, vlak naast het kasteel.
Of de prinses een trouw bezoekster wordt van de kerk is afwachten. Zij wordt naar verwachting wel overgeschreven als lid naar de hervormde gemeente van Lage Vuursche, zo zei ds. G. H. Kruijmer vorig jaar in deze krant. De kerk beschikt over een koninginnebank. Tot 1980 betaalde prinses Beatrix er jaarlijks voor. Na haar vertrek naar Den Haag stopte dat. De toekomst zal uitwijzen of de prinses de zetel weer gaat benutten.
Ooit een ridderhofstede
Prinses Beatrix kocht Kasteel Drakensteyn in 1959, inclusief 20 hectare grond eromheen.
Al in de 14e eeuw was er sprake van een versterkte ridderhofstede met gracht op de plaats van het huidige kasteel. De bewoner was Werner van Drakenburg. Het is niet uitgesloten dat het huidige gebouw op de fundamenten van de oude hofstede staat. De achthoekige vorm van het gebouw wijst daarop. De ridders van Drakenburg woonden tot in de 16e eeuw op Drakensteyn.
Het kasteel in zijn huidige vorm stamt uit de 17e eeuw. Jonker Gerard van Reede liet het bouwen, inclusief de Stulpkerk en een school. Van Reede leefde daarmee boven zijn stand, want na zijn dood bleken er grote schulden te zijn.
Na verschillende eigenaren te hebben gehad, kwam Drakensteyn in 1806 in handen van mr. Paulus Willem Bosch, burgemeester van Utrecht. Hij kreeg er de titel jonkheer Van Drakenstein bij. De familie Bosch van Drakenstein bleef de eigenaar, tot prinses Beatrix in 1959 het kasteel overnam.
Indeling
Kasteel Drakensteyn heeft vier bouwlagen. Beneden in de kelder bevindt zich onder meer de keuken.
Op de verdieping met de grote hoofddeur bevinden zich een hal en daarachter een eetkamer. Links en rechts zijn salons, een trappenhuis, lift en garderoberuimte.
Op de eerste verdieping bevinden zich een grote salon, slaapkamer met badkamer en garderoberuimte.
Op de zolder zijn vier slaapkamers. Daarboven is het platte dak met het koepeltje. Op het terrein staan ook enkele bijgebouwen.