Een speciaal klasje voor prinses Juliana
Ruim de helft van de Nederlandse bevolking heeft nu al medelijden met de nieuwe kroonprinses, het kind van prinses Máxima en prins Willem-Alexander, zo blijkt uit een enquête van het maandblad Vorsten. Het kind zal, vanwege haar beschermde opvoeding, veel moeten missen, zoals het contact met leeftijdsgenoten. Maar hoe groeide overgrootmoeder Juliana op?
Een mooi kerstcadeau voor het Nederlandse volk. Op 22 december 1908 laat koningin Wilhelmina bekendmaken dat zij over enige maanden de geboorte van een koningskind verwacht. Hare Majesteit is op dat moment al acht jaar getrouwd met prins Hendrik van Mecklenburg-Schwerin en heeft diverse miskramen achter de rug.
Prinses Juliana wordt over tijd geboren, zoals dat heet. De laatste dagen van april 1909 zijn reuzespannend. Stel je voor dat ze op 1 mei, de Dag van de Arbeid, wordt geboren, dat zien de socialisten niet echt zitten. De bevalling verloopt volgens de wet van moeder natuur, maar is zwaar. Vrijdagmorgen 30 april om tien voor zeven is ze er, een dochter van zesenhalf pond. Vader Hendrik doet op 1 mei aangifte van de geboorte van zijn dochter en koningin Wilhelmina voedt haar kind de eerste negen maanden zelf.
Aan feestvreugde geen gebrek, ook niet in Suriname en Indonesië. Niemand heeft, zoals in 1890, moeite met het feit dat het geen zoon is. Extra krantenedities verschijnen. Prins Hendrik is buiten zichzelf van blijdschap. Beschuit met oranje muisjes is de traktatie voor tienduizend arme kinderen in Den Haag. Feestgedruis, dankdiensten en oranjebomen - te veel om op te noemen. Haar naam is meteen bekend: Juliana Louise Emma Marie Wilhelmina, prinses van Oranje-Nassau, hertogin van Mecklenburg. De roepnaam is Juliana, naar Juliana van Stolberg, de moeder van Willem van Oranje.
Boeken uit die tijd dragen vertederende titels. ”Welkom in het leven! Voor Hollands kinderen ter herinnering aan den blijden dag van Prinses Juliana’s geboorte, 30 april 1909”. Prinses Juliana heeft het geluk dat haar moeder, koningin Wilhelmina, haar niet op wil laten groeien in „de kooi” waarin zij zelf werd grootgebracht. Daarom stelt zij voor Juliana een speciaal schoolklasje samen. Met drie meisjes krijgt zij les in een lokaal in Paleis Noordeinde. Met Juliana wordt het allemaal ietsje gewoner dan met Wilhelmina, hoewel er van spontane ontmoetingen met andere kinderen geen sprake is.
Moeder was al uitvoerig ingegaan op de opvoeding van het wichtje. Het was daarbij duidelijk dat ze vond dat Lula hetzelfde onderwijs moest genieten als dat ze zelf had gehad, zij het dat ze niet wilde dat het net zo eenzijdig was. Prinses Juliana is een vrolijk en levendig kind. En aan haar opvoeding wordt de grootste zorg besteed volgens een leerplan dat als ”Het volle leven” bekendstaat, van de pedagoog Jan Ligthart. Dat houdt in dat er een actieve betrokkenheid van de leerling wordt gevraagd.
En dus krijgt prinses Juliana tot haar twaalfde klassikaal onderwijs, in een klas met daarin de drie met zorg uitgekozen medeleerlingen. Toch zijn veel dingen voor de kleine prinses, die haar hele leven vooral gewoon wil zijn, niet weggelegd. Als ze meegaat op een officieel bezoek, loopt ze aan de hand van haar moeder. Alle blikken zijn op haar gericht. Later zal ze vertellen dat ze dat verschrikkelijk vindt. Bekend zijn de foto’s van een verlegen prinsesje in een smetteloos witte jurk.
Juliana is kind als alle andere en haalt kattenkwaad uit. Tijdens een vakantie op Het Loo heeft ze met haar drie klasgenoten pret wanneer ze de trap van de preekstoel in de hofkapel met groene zeep insmeren. In haar gedachten ziet ze de dominee al wegglijden, maar haar moeder komt erachter en bestraft de meisjes.
Na vijf jaar lager onderwijs krijgt Juliana privé-les op het niveau van hbs/gymnasium. Van 1927 tot 1930 volgt ze colleges in Leiden. De keuze van vakken wordt enerzijds afgestemd op haar toekomstige taak als staatshoofd, anderzijds op haar persoonlijke belangstelling voor literatuur en godsdienst. Een wereld gaat voor haar open. Ze neemt uitgelaten deel aan het studentenleven en woonde met studiegenotes in Katwijk.
Toch blijft Juliana een wat stijf meisje, totdat prins Bernhard haar de wereld laat zien. De Tweede Wereldoorlog volgt en de prinses wordt een volwassen moeder van een, twee, drie, vier dochters. Het zal tot 4 september 1948 duren voordat haar weg naar het koningschap ten einde is. Twee dagen later wordt ze ingehuldigd en spreekt ze de legendarische woorden uit: „Wie ben ik dat ik dit doen mag?”