Met medewerking van Han Kapaan, hobo
In een korte serie blikken musici die in de tweede helft van de vorige eeuw in christelijke kring bekendheid genoten terug. Vandaag de hoboïst Han Kapaan.
Op menig plaat of cd staat het: met medewerking van Han Kapaan, hobo. De hoboïst zwierf met zijn instrument heel de wereld over, tot in de Nederlandse ambassade van Saudi-Arabië toe.
Onlangs speelde hij in de hervormde kerk van Beesd, de plek waar Abraham Kuyper voor het eerst dominee was. Een symposium was gewijd aan de voorman van de ”kleyne luyden”. Kapaan mocht de bijeenkomst muzikaal opluisteren. „Ik speelde met de pianiste-organiste Marjan Fey uit Heukelum, met wie ik wel vaker optreedt. Er was niet zo veel ruimte, dus ik stond zó te spelen”. Kapaan maakt zich klein, en een beetje krom. „Met m’n arm kwam ik zelfs tegen Marjan aan. Maar het was wel een sfeertje. We speelden composities van onder anderen Saint-Saens en César Franck. Later sprak ik oud-premier Balkenende. Hij zei: Ik vond zo mooi wat je tien minuten voor mijn speech speelde, ik werd echt even opgetild.”
Trillende benen
Kapaan overhandigt een papier waarop hij enkele biografische gegevens heeft getypt, ter ondersteuning van het interview. Er staat bijvoorbeeld op dat hij al 48 jaar actief is als solist in binnen- en buitenland. En dat hij als zesjarig jongetje klarinet begon te spelen. „Ik weet nog goed dat mijn ouders me eens wakker maakten, want de beroemde hoboïst Jaap Stotijn was op de radio te horen. De klank van de hobo trok me geweldig aan. Ik vond het een práchtig instrument, zo melancholiek, maar ook zo vrolijk. In militaire dienst speelde ik weer een ander instrument: saxofoon bij een orkest. Na de diensttijd heb ik de hobo weer opgepakt en ben gaan studeren bij Stotijn en bij Cees van der Kraan aan het Amsterdams conservatorium.”
Kapaan was 23 of 24 toen hij zijn eerste soloconcert gaf, met orgel. In zijn begintijd trad hij veel in Leiden op met de organist Joop Brons, broer van de pianist Willem Brons. Nog onlangs speelde Kapaan bij een verjaardagsconcert van Joop Brons, die 85 was geworden.
Ook op radio en televisie is hij een bekende gast geweest. „Ik ben begonnen bij de NCRV”, blikt Kapaan terug. „In die tijd was Kees Deenik de producer. Die belde me op, en dan zat ik in het programma ”U zij de Glorie”. Later ben ik naar de EO gegaan, naar Pieter Stolk. Dan zat ik iedere zondag op de televisie. Ook voor de IKON en de KRO heb ik wel gespeeld.”
Last van zenuwen heeft hij nooit zo gehad, zegt Kapaan. „Wel had je eens heel moeilijke passages. En als zo’n passage dichterbij kwam, dacht je: Daar komt-ie aan hè. Maar op een gegeven moment zet je je ook hierover heen.”
Over spanning gesproken, Kapaan herinnert zich nog een concert in zijn beginperiode, toen hij in een kamerorkestje speelde. „Voor mij stond een zangeres van wie je alleen de benen zag. Ze had voor het eerst hoge hakken aan, en ze stond me toch te trillen! We zagen de hele tijd alleen die benen heen en weer gaan. Als je toch zo je geld moet verdienen…”
Tranen
Hoogtepunten in zijn muzikale carrière waren de buitenlandse tournees: naar Tsjechië en Slovenië, Duitsland en Frankrijk, Australië en Nieuw-Zeeland, Curaçao en Zuid-Afrika. En vooral: naar Canada. „Dat land is een tweede vaderland voor me geworden. Ik heb er veertien jaar gewoond. We hadden een huis laten bouwen bij Vancouver, omdat ik er sinds 1976 veel concerten gaf. Dus gingen we vier keer per jaar heen en weer, dan weer eens een maandje hier, dan weer twee maanden daar, heel relaxed. Het huis hebben we een paar jaar geleden verkocht. Mijn vrouw en ik gaan elk jaar nog een keer naar Canada toe.”
Bijzonder was een trip naar Saudi-Arabië, herinnert Kapaan zich. „Ik ben lid van het Nederlands Arpeggio Trio, dat bestaat uit fluit, hobo en harp. Op uitnodiging van de ambassade in Saudi-Arabië hebben we daar concerten gespeeld voor het ambassadepersoneel. Dat was heel apart, want we mochten eigenlijk geen westerse muziek spelen. Dus ik had wat opschriften van de teksten veranderd. Zo had ik Berlioz’ ”Trio des Jeunes Islamites” veranderd in ”Trois interludes”.”
Op zijn tournees speelde Kapaan ook vaak met projectkoren mee. „We hadden een groep, de Dutch Seven, waarin onder anderen Loek van der Leeden, Reinata Heemskerk en Rob van Dijk, de broer van Louis van Dijk, zaten. Met die groep hebben we veel in het buitenland gespeeld voor Hollandse clubs. Dan begonnen we het programma met geestelijke muziek, en speelden na de pauze wat opera-achtige muziek. En natuurlijk het Wilhelmus, voor de tranen bij de Hollandse clubs. Met Van der Leeden heb ik ook veel concerten ten bate van Roemenië gegeven.”
Feike Asma
In de loop der jaren heeft Kapaan met tal van organisten samengewerkt. Zo trad hij op met Klaas Jan Mulder, Sander van Marion, Feike Asma, Dirk Out en Jan Zwanepol. „Met Asma heb ik een van diens laatste cd’s, met het koor Vox Jubilans, opgenomen. Ik vind dit nog steeds een van mijn mooiste cd’s. Met Dirk Out speelde ik bijvoorbeeld triosonates van Bach – hij twee stemmen op orgel, ik de bovenstem op de hobo. Prachtig!”
Eens maakte Kapaan met Mulder een cd-opname met werken van Bach, Krebs en Homilius. „Ik had de muziek naar hem toegestuurd”, vertelt de hoboïst „Kort voor de opname belde ik hem op, en zei: Nou Klaas, we zien elkaar van de week. Hij zegt: „Joh, ja, joh, eh… ik heb even gekeken, maar dat valt me toch tegen. Op die stukken moet ik echt studeren!” Het waren orgeltrio’s, hij had wat eenvoudigers verwacht!”
Kapaan noemt de samenwerking met Mulder „geweldig.” „Het was een feest om met hem samen te spelen. En ik ben blij dat ik hem vaak bezocht heb toen hij ziek werd. We hebben altijd zulke mooie tijden gehad. Tijdens zijn ziekte zei hij: Han, ik probeer toch nog een keer een soort afscheidsconcert te geven. Maar dat is er helaas niet meer van gekomen.”
Op dit moment speelt Kapaan met jongere getalenteerde organisten, zoals Gerben Mourik, met wie hij diverse cd’s opnam, en met de organist-beiaardier Gijsbert Kok.
Maar ook oude banden worden aangehaald. „Volgende week ga ik bij Sander van Marion eten. Hij zei tegen me: Er is helemaal geen geld meer. Als je voor een orgelconcert 100 euro krijgt, is het veel! Ik zeg: Joh, Sander, we gaan gewoon weer concerten geven!”