Onzekere toekomst voor synagoge in Beiroet
Als je niet heel goed zoekt, loop je er zo voorbij. Verborgen achter een ijzeren hek en metershoog onkruid staat in het centrum van Beiroet de oude Maghen Abraham Synagoge. Een symbool uit een tijd van etnische diversiteit en tolerantie. Iets dat in het hedendaagse Libanon moeilijk is voor te stellen.
De synagoge in het oude stadscentrum van de Libanese hoofdstad is een van de weinige gebouwen die nog niet zijn opgeknapt. Als een monument van de Libanese burgeroorlog staat hij aan de voet van de indrukwekkende Grand Serail, het koloniale paleis dat nu dienstdoet als hoofdkwartier van de premier.
In de jaren zestig en zeventig was de synagoge nog de plaats waar de meer dan 14.000 man sterke Joodse gemeenschap wekelijks bij elkaar kwam om te bidden en speciale dagen te vieren. Het gebouw staat er nu gehavend bij. Alleen de muren staan nog overeind, het plafond is grotendeels ingestort.
De locatie lijkt op een foto van het centrum van het Beirut Central District (BCD), vlak na het einde van de oorlog, in het begin van de jaren negentig. Tegen de avondschemering maakt het gebouw door de schaduwen en het vele onkruid een macabere indruk. De ruiten zijn gesneuveld en de meeste Hebreeuwse inscripties zijn uit muren gehakt of met witte verf beschilderd.
De binnenkant van de synagoge heeft wel iets weg van een kerk. Een lange gebedszaal met aan beide zijden een trap naar een balkon. Op de binnenmuren hangen nog verschillende davidsterren en een laagje lichtgroene verf herinnert aan het mediterrane karakter van het gebouw.
Volgens projectontwikkelaar Solidere, verantwoordelijk voor de wederopbouw van het BCD, zijn het land en de synagoge eigendom van de Libanees-Joodse raad. Of, beter gezegd, wat daar nog van over is. De raad vertegenwoordigt de belangen van de Joodse gemeenschap nu vanuit Parijs.
De Maghen Abraham, wat ”het schild van Abraham” betekent, dateert uit 1925. In 1976 werden de torahrollen en andere kostbare bezittingen overgebracht naar Genève. Daar liggen ze nu nog in de kluis van de gerenommeerde Joods-Libanese bankier Edmond Safra.
Over wat er precies met de synagoge is gebeurd, doen verschillende theorieën de ronde. Anders dan men zou verwachten, was het niet het antisemitisme dat de synagoge en haar gemeenschap verwoestte. Vreemd genoeg was het Israël dat de Libanese Joden een handje probeerde te helpen bij de keuze om te emigreren.
Volgens een artikel uit de New York Times in 1982, gepubliceerd kort na de Israëlische invasie in Libanon in datzelfde jaar, was het een Israëlische straaljager die de synagoge onder vuur nam. Tijdens deze beschietingen zochten zestig Joodse en moslimvluchtelingen onderdak in het gebouw.
Een maand later publiceerde de Israëlische krant ”Yediot Ahronot” een verhaal waarin stond dat de Joodse gemeenschap, veelal woonachtig in West-Beiroet, het land niet vrijwillig wilde verlaten en zeker niet van plan was naar Israël te emigreren. De grote kop boven het artikel luidde: „Waarom zouden we?”
Volgens andere bronnen was de aanwezigheid van Yasser Arafats PLO in West-Beiroet de belangrijkste reden voor de bombardementen op de Joodse wijk en de Synagoge. De Maghen Abraham werd in tegenstelling tot de meeste kerken en moskeeën in het BCD nooit helemaal verwoest.
Libanon was het enige land in de regio waar de Joodse gemeenschap sterk groeide na het ontstaan van de staat Israël in 1948. Vele Joodse vluchtelingen uit Syrië en Irak zorgden ervoor dat de gemeenschap in het begin van de jaren zestig uit meer dan 15.000 man bestond.
Na de Arabisch-Israëlische oorlog in ’67 vluchtte een grote groep Joden naar Europa en de Verenigde Staten, uit angst om geassocieerd te worden met de politiek van het buurland. De Libanese burgeroorlog en de Israëlische invasie zorgden voor een verdere leegloop. Momenteel zijn er nog maar een magere honderd praktiserende Joden over.
Het Jodendom heeft historisch gezien altijd deel uitgemaakt van Libanon. Het is daarom nog steeds een door de staat erkende godsdienst en het heeft een minderheidszetel in het parlement. Toch is het moeilijk iemand te vinden die over het verleden wil praten. Een Joodse vrouw van middelbare leeftijd uit West-Beiroet, bekend bij iedereen in de buurt, is erg enthousiast om wat oude herinneringen op te halen. „Als klein meisje ging ik met mijn ouders naar trouwerijen en andere vieringen in de synagoge. Het was een van de mooiste in het Midden-Oosten.”
In haar eenvoudige flat hangt een aantal schilderijen met Hebreeuwse teksten aan de muur. Ze wijst naar een kleine kroonluchter in haar woonkamer. „Wat ik zo mooi vond, was de kroonluchter in de gebedszaal. Die was zo groot als deze hele kamer en beladen met goud.”
Layla -het is niet haar echte naam- leeft van het geld dat haar broers in Frankrijk haar toesturen. Ze heeft nauwelijks contact met de rest van de gemeenschap in Libanon. Ondanks het feit dat ze geïsoleerd leeft, heeft ze zich nooit bedreigd gevoeld. „Ik ben gewoon Libanees, hoor.”
Wat er precies met de Maghen Abraham Synagoge gaat gebeuren, is niet duidelijk. Volgens projectontwikkelaar Solidere liggen de plannen voor de restauratie reeds klaar. Het wachten is nu op voldoende middelen van de Joodse gemeenschap.
Onlangs werd een verzoek tot uitstel door de Libanese autoriteiten ingewilligd, vanwege het kleine aantal Joden dat op dit moment nog in het land verblijft. Een vooraanstaande Libanees-Joodse familie in Frankrijk is inmiddels bezig met het inzamelen van geld. Maar voorlopig blijft de toekomst van dit monument nog onzeker.