Luthersen op de vlucht voor geweld Zuid-Sudan
ADJUMANI. „Ik rende tussen de tanks door, terwijl de kogels me om de oren vlogen. Het is een wonder dat ik het heb overleefd.” John Garang van de Lutherse Wereldfederatie (LWF) ontsnapte samen met zijn collega Peter Jok aan het geweld in Zuid-Sudan.
De burgeroorlog die in december in het Afrikaanse land uitbrak, raakt inmiddels meer dan een half miljoen inwoners. Meer dan 100.000 mensen zijn gevlucht naar buurlanden, waaronder ook Garang en Jok. Inmiddels zijn ze betrokken bij het hulpwerk van de LWF en doen ze hun verhaal in een informatiebulletin.
Garang werkte als onderwijsassistent in de regio Maban, in het noorden van Zuid-Sudan. Toen het conflict uitbrak, vluchtte hij met duizenden anderen voor zijn leven. „We liepen een week lang elf uur achter elkaar, en vielen daarna zonder te eten in slaap. We dronken van het stilstaande water dat we tegenkwamen.” Hoe het met zijn vrouw is weet Garang niet, omdat ze niet samen waren toen het geweld losbarstte.
Aangekomen in een opvangkamp in Uganda, dat oorspronkelijk bedoeld was voor 400 personen maar er toen al aan 36.000 plaats moest bieden, kwam hij na een paar dagen zijn LWF-collega Peter Jok tegen. Samen vonden ze hun weg naar het programma voor noodhulp dat de LWF inmiddels had opgezet. Garang en Jok zorgen onder meer voor het vertaalwerk. Ze zijn blij iets te kunnen doen, maar hopen weer snel terug te kunnen naar hun huis. Garang: „Ik weet dat het kapot is, maar ik wil weer aan het werk.”