Binnenland

Weg van zeldzame klokkenmannetjes

VLAARDINGEN. In het Duitse Zwarte Woud liepen ooit klokkenmannen rond. Ze verdienden de kost met de verkoop en reparatie van uurwerken, maar verdwenen met de komst van klokkenwinkels. Van hun gegoten evenbeelden leven nog zeldzame exemplaren. Verzamelaar Jaap Vink (81): „Soms kan ik er een wel een kwartier lang bekijken.”

Dick den Braber
31 January 2014 20:15Gewijzigd op 15 November 2020 08:34
VLAARDINGEN. De 81-jarige Jaap Vink bij zijn verzameling klokkenmannetjes. beeld Dick den Braber
VLAARDINGEN. De 81-jarige Jaap Vink bij zijn verzameling klokkenmannetjes. beeld Dick den Braber

Voorafgaand aan het interview laat Vink een man uit. Die sjouwt twee klokken naar zijn auto. „Hij kwam eigenlijk voor één klok, maar vond die andere ook erg mooi”, zegt Vink.

Hij houdt er nog genoeg over. Overal in zijn appartement tikt het resultaat van een levenslange verzameldrang de bezoeker tegemoet.

Als mensen voor zijn klokken komen, laat hij er zo veel mogelijk lopen. Normaal staat de helft stil. „Sinds enkele jaren zijn mijn vrouw en ik wat kleiner behuisd; daarom verkoop ik de grotere uurwerken. Zo win ik ruimte voor mijn klokkenmannetjes.”

Klokken fascineren Vink al zijn leven lang. „Ik verwonder me er altijd over hoe mensen ze hebben kunnen maken, en met welke liefde. Heel anders dan al dat plastic van nu.” Op een bepaald moment raakte Vinks huis te vol. „Als ik op een beurs weer een mooie klok zag, kon ik die gewoon niet meer meenemen. Alleen voor kleine had ik nog ruimte.”

Exclusief

Klokkenmannetjes zijn exclusief, stelt Vink. „Als ik er een tegenkom, zeg ik: „Hé, jou ken ik nog niet.” Er zijn er niet veel van gemaakt, bovendien zijn er veel met de oudijzerboer meegegeven toen mensen de waarde er nog niet van inzagen.”

De mannetjes dateren van eind negentiende eeuw, stelt Vink. „Toen de echte klokkenmannen verdwenen, werden ze gemist. Een fabriekje heeft toen ter herinnering klokkenmannetjes gemaakt: gegoten beeldjes met een eendagsuurwerkje op hun borst.”

Het handwerk boeit hem. „Als ik een mannetje bekijk, bedenk ik hoe het eens werd gegoten, hoe alle onderdelen in elkaar zijn gezet en hoe het een bepaalde houding kreeg.”

Elk gedeelte van het Zwarte Woud had een ander venter. „Er zijn vijf verschillende types. Het ene heeft een hoge hoed, het andere een lage hoed en een hondje. En een ander mannetje heeft weer een paraplu; die droegen ze allemaal, om het ijzerwerk droog te houden.”

Het beschilderen van de ventertjes gebeurde tijdens de wintermaanden. Elk kreeg daarbij andersgekleurde kledingstukken.

De Vlaardinger bezit ook Engelse klokkenmannetjes. Hij spreekt hier met minder liefde over, niettemin verzamelt hij ze. „Het zijn óók klokkenmannetjes. Alleen hebben de Engelsen een dikbuikige karikatuurversie van de Duitse mannetjes gemaakt.”

De grote klokken verdwijnen langzaam uit Vinks woning. „Na onze verhuizing, zes jaar geleden, kon ik nog geen afstand van ze doen. Maar ze stonden te veel in de weg, en onze leeftijd gaat ook een rol spelen. Voor ik een klok verkoop, hang ik ’m aan de muur, om er nog een poosje naar te kijken.”

Weemoed

Zijn verzameling klokkenmannetjes blijft. „Ik zou zelfs van één met weemoed afstand doen. Ik spaar nog door, maar het wordt steeds moeilijker om nog nieuwe te vinden: het grootste gedeelte staat al bij mij. Ik ben dolblij als ik er weer een heb. Uiteindelijk moeten ze weg – maar dan liever in één keer als verzameling. Ik wil de mannekes bij elkaar houden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer