De dekkingsgraad bepaalt of de pensioenen op lange termijn nog betaalbaar zijn. Bij PME is deze afgelopen kwartaal door een positief rendement op aandelen met 1,5 procentpunt gestegen, van 101,9 naar 103,4 procent. Maar ondanks deze verbetering is PME het jaar geëindigd met een minimale achterstand van 0,9 procentpunt op het vereiste herstelpad.

„We zijn nog niet zover dat we besloten hebben de pensioenen opnieuw te verlagen. Nu de marges zo klein zijn, heeft het bestuur meer tijd nodig om tot een zorgvuldig en weloverwogen besluit te komen”, aldus bestuursvoorzichtter Franswillem Briët. Per 1 april vorig jaar voerde PME al een forse verlaging van de pensioenuitkeringen door van 5,1 procent.

Op grond van het herstelplan had PME per 31 december een dekkingsgraad van minimaal 104,3 procent moeten hebben. „Met een verlaging van de pensioenuitkeringen en opgebouwde pensioenrechten met 0,9 procent zou PME op de vereiste dekkingsgraad uitkomen. Een dergelijke verlaging ziet PME echter als een uiterste noodmaatregel”, zo stelt het fonds.

PME heeft nog tot 12 februari de tijd om tot een besluit te komen en De Nederlandsche Bank (DNB) hierover te informeren.

Het fonds beheert de pensioenrechten van circa 630.000 deelnemers. De sector omvat bijna 1300 grote en middelgrote ondernemingen, van scheepswerven tot producenten van halfgeleiders.