Ghosn sprak van een logische stap voor de twee autobouwers, die al 15 jaar nauw samenwerken. Het is volgens de topman belangrijk dat Renault en Nissan zich blijven verbeteren en vooral blijven groeien. „De concurrentie in onze branche wordt grotendeels bepaald door schaalgrootte”, zei hij.

Nu al gebruiken Renault en Nissan in veel gevallen dezelfde onderdelen voor hun auto’s. De fabrieken gaan ook hun productieprocessen op elkaar afstemmen om efficiënter te werken en de kosten te drukken. Nieuwe modellen voor beide fabrikanten zullen voortaan onder één dak worden ontworpen.

Het Franse Renault en het Japanse Nissan besloten 15 jaar geleden de handen ineen te slaan en samen de enorme investeringen te dragen die nodig zijn om relevant te blijven op het wereldtoneel. De samenwerking heeft in 15 jaar tijd zo’n 10 miljard euro aan kostenbesparingen opgeleverd.

De twee bedrijven vormen een van de weinige echt succesvolle internationale allianties in de autobranche. Zij verkochten vorig jaar samen 8,3 miljoen auto’s. Daarmee zijn ze de op drie na grootste speler op de wereldwijde automarkt, na Toyota, Volkswagen en General Motors.