„Je kunt geïntegreerd zijn en moslim blijven”
Drs. N. Ginjaar-Maas heeft fundamentele kritiek op het beleid van de VVD-fractie inzake islamitische scholen. Haar kritiek richt zich in het bijzonder op het kamerlid Hirsi Ali. Het compromis dat VVD-leider Zalm deze week in de Tweede Kamer verdedigde, verwijst ze naar de prullenbak.
„Ik begon me zorgen te maken toen Ayaan Hirsi Ali tijdens het integratiedebat haar motie indiende om het ontstaan van nieuwe islamitische scholen tegen te gaan”, stelt mevrouw Ginjaar-Maas, oud-staatssecretaris van Onderwijs (1982-1989) en oud-VVD-kamerlid. Deze week kwam zij in het nieuws doordat zij haar handtekening zette onder de brief van zeven prominente VVD’ers, gericht aan de partijtop. Een brief die grote ongerustheid ademt over de koers van de VVD ten aanzien van de vrijheid van onderwijs.
„Hirsi Ali gaf in dat debat aan dat zij geen nieuwe scholen wilde met kinderen die Nederlands niet als moedertaal hebben en geen nieuwe scholen met kinderen uit dezelfde bevolkingsgroep. Toen dacht ik: hoe kan de VVD-fractie zoiets, dat flagrant in strijd is met de vrijheid van onderwijs, goedkeuren?”
Voor Ginjaar-Maas moet voor de fractie „het liberale beginsel wezenlijk zijn dat ouders kunnen kiezen voor de school die bij hun waarden en normen past. Als die er niet is, mogen ouders zo’n school oprichten. Als je dat onmogelijk maakt, ben je in strijd met het grondwetsartikel over de vrijheid van onderwijs. De VVD hoort op te komen voor de keuzevrijheid van mensen en het particulier initiatief”, aldus de oud-politica.
„Toen mij dan ook enkele weken geleden werd gevraagd om een handtekening te zetten onder een brief van een aantal partijgenoten aan de fractieleden in de Tweede en de Eerste Kamer waarin kort en helder uiteen wordt gezet dat echte liberalen de vrijheid van onderwijs koesteren, heb ik direct ingestemd.”
Zijn islamitische scholen dan geen probleemscholen?
„De onderwijsinspectie, een onafhankelijke instantie, heeft op 7 oktober dit jaar een rapport uitgebracht waarin staat dat het onderwijs op islamitische scholen niet in strijd is met de basiswaarden van de Nederlandse democratie en dat de scholen in meer of mindere mate de voorwaarden scheppen dat hun leerlingen kunnen integreren in de Nederlandse samenleving. Ik weet dat Zalm en Van Aartsen het tegendeel beweren, maar zij hebben blijkbaar het inspectierapport niet gelezen.
In het begin van de twintigste eeuw bestond er ook vrees dat rooms-katholieken en gereformeerden door middel van de oprichting van een eigen zuil zouden segregeren. Door de goede, eigen opleidingen is het tegendeel gebeurd. Het eigen onderwijs heeft juist bijgedragen aan integratie en emancipatie. Om te kunnen integreren heb je een eigen plek nodig in de samenleving.”
Wat brengt de VVD tot deze koers? Zoekt zij in het post-Fortuyn-tijdperk politiek gewin ter rechter zijde?
„Dat laatste zou ik buitengewoon erg vinden. Ik zoek het meer in de rol en in het functioneren van Hirsi Ali. Ze betoogt overal dat de islam een achterlijke godsdienst is die niet past in onze samenleving. Ik denk dat de fractie daarvoor is gevallen.
Volgens mij heeft Hirsi Ali weinig verstand van onderwijs en weinig verstand van artikel 23. Ze snapt niet dat de onderwijsvrijheid een wezenlijk element is van onze cultuur en dat je daar heel behoedzaam mee moet omgaan.”
Zou haar persoonlijke hetze tegen de islam te maken kunnen hebben met de vriendschap met de voorman van atheïstisch Nederland, Herman Philipse? Naar verluidt heeft hij haar afgeholpen van haar islamitische levensbeschouwing.
„Daar weet ik niets van. Ik denk wel dat haar persoonlijke ervaring in het huisgezin waarin ze is opgegroeid een rol heeft gespeeld. Ze heeft het als meisje niet gemakkelijk gehad. Ik vind het echter buitengewoon slecht als politici hun eigen ervaringen willen vertalen in algemeen beleid.”
Waarom luistert men niet naar een ervaren politicus als Clemens Cornielje, die pal staat voor de vrijheid van onderwijs?
„Ik vind het onbegrijpelijk dat de fractie niet heeft geluisterd naar de rationele argumenten van iemand die al jaren het dossier van de vrijheid van onderwijs behartigt. Dat is echt heel raar, ik kan er niet bij. Het enige wat ik kan bedenken is dat er door de vernieuwing na de laatste verkiezingen veel onervaren kamerleden zijn.
Onderwijsbeleid is ingewikkeld en het duurt jaren voor je alle ins en outs kent. Maar juist in zo’situatie zou de fractie moeten luisteren naar een doorgewinterd politicus als Cornielje. Ik heb grote bewondering voor hem om dwars tegen de fractie tegen de motie te stemmen.
Uiteindelijk is de motie niet aanvaard en dat is maar goed ook, want de VVD-fractie heeft hierin buitengewoon ongelukkig geopereerd.”
Zou de analyse kunnen kloppen dat de VVD-top dit punt toch niet wilde doorzetten zoals in de motie werd gevraagd? Doordat men niet tegemoet wilde komen aan enkele tekstuele aanpassingen die de PvdA wilde, trokken de sociaal-democraten hun handtekening terug en was er geen meerderheid.
„Ik heb niet bedacht dat ze zo slecht konden zijn. Ik heb gewoon gekeken naar wat er in het debat is gezegd. Dat kon gewoon niet. Ik dacht tot het laatst toe dat ze deze motie zouden intrekken. Ik denk dat Hirsi Ali een doordrammer is die gewoon haar zin wilde hebben. Ze zégt dat ze liberaal is, maar ik moet dat nog merken. Ik moet haar wel nageven dat ze buitengewoon knap haar standpunten voor het voetlicht van het grote publiek weet te brengen. Ze is heel intelligent, maar heeft weinig politiek gevoel en weinig zicht op wat de Nederlandse cultuur is. Tijdens de campagne vond ik haar wel een leuk mens, verfrissend. Ik heb zelfs op haar gestemd. Daar heb ik spijt van.”
Kan de VVD nog, zonder gezichtsverlies, op haar schreden terugkeren?
„We hebben nog geen reactie gehad op onze brief, maar die zal zeker aanleiding zijn tot een pittig gesprek. De doelstelling van de fractie is dat de islamieten, van wie het overgrote deel gewoon Nederlander is, integreren in de samenleving. Dat vinden de zeven ondertekenaars van de brief ook. Dat bereik je niet door islamitische scholen het leven onmogelijk te maken of de stichting van deze scholen tegen te houden. Ik ben van mening dat je volledig in deze samenleving geïntegreerd kunt zijn en moslim kunt blijven. De samenleving zou niet tolerant zijn als daar geen ruimte voor zou zijn. Dat past ook helemaal niet bij de Nederlandse traditie, die altijd ruimte heeft geboden voor andersdenkenden.”
Zalm deed vorige week een voorstel om bij de stichting van nieuwe scholen rekening te houden met de achterstanden van leerlingen. Hij presenteerde dit als een compromis om uit de impasse te komen. Wat vind u ervan?
„Hij kan dat wel zo noemen, maar ik zie het anders. De VVD-fractie in de Tweede Kamer wil kennelijk geen nieuwe islamitische scholen en als men dat niet linksom kan bereiken dan maar rechtsom. Ik zie het niet als een compromis. Artikel 23 zegt dat het geven van onderwijs vrij is. Het stellen van kwalitatieve voorwaarden aan kinderen is strijdig met de geest van deze bepaling. Als je nieuwe scholen aanpakt om te voorkomen dat er veel achterstanden zijn, moet je consequent zijn en ook de bestaande op dit punt aanpakken.
Te gemakkelijk wordt in VVD-kring gezegd dat er niets met deze mensen is te beginnen en dat ze geen Nederlands spreken. Maar dat doet geen recht aan de praktijk. Er is zo veel verschil. Er zijn hier al mensen van de derde generatie. In Den Haag moeten ze ophouden met etiketten plakken. Dat is dus niet liberaal. Kijk naar het individu.”