Engelbert Spronk (86): ”Dank sei Dir Herr” na 65 jaar orgelspelen
Ongeveer 65 jaar begeleidde Engelbert Spronk erediensten. Eerst enkele jaren in Lexmond, daarna in Schoonrewoerd. Spronk, die zondag 87 jaar wordt, stopte kortgeleden met orgelspelen. „Mijn vrouw zei altijd: „Ik kan aan je orgelspel horen of je de preek mooi vond of niet.”
Ongeveer 65 jaar begeleidde Engelbert Spronk erediensten. Eerst enkele jaren in Lexmond, daarna in Schoonrewoerd. Spronk, die zondag 87 jaar wordt, stopte kortgeleden met orgelspelen. „Mijn vrouw zei altijd: „Ik kan aan je orgelspel horen of je de preek mooi vond of niet.”
In zijn appartement in Houten hangt een tekening van de hervormde kerk van zijn geboorteplaats Hei- en Boeicop, boven een tafeltje met een oude Statenbijbel. Het orgel heeft een ereplaats; een imposante verzameling orgelboeken vormt een andere herinnering aan een muzikaal leven.
De geboren Heicopper had al vroeg belangstelling voor muziek. Die werd mede gewekt door het orgel dat in zijn jeugdjaren thuis stond. „We kregen het omdat het bij een brand was beschadigd. Mijn broer, die timmerman was, moest er een nieuwe kast omheen maken. We waren thuis met vier jongens en probeerden allemaal het orgel even uit. Dat ging mij het beste af.”
Les nemen was er niet bij. „Daar was geen geld voor; het was een slechte tijd.” Klavarskribo, net in opkomst, bood uitkomst. „Ik heb het mezelf aangeleerd. Ik ben een echte autodidact.”
De jonge Engelbert raakte bevriend met de organist van de gereformeerde kerk in Lexmond waar het gezin kerkte. „Als de zoon van de organist niet kon, trapte ik soms. Dat was nodig voor de luchttoevoer. Heel af en toe mocht ik even spelen. Toen de organist stopte, adviseerde hij de kerkenraad mij te benoemen. „Want Spronk kan het, zo zei hij.””
De kerkenraad nodigde drie kandidaten uit voor een examen waar ze beluisterd werden door een organist van de gereformeerde orgelvereniging in Utrecht. „Ik kwam als eerste uit de bus. Toen ging ik ook lessen nemen. Elke zaterdag fietste ik naar de Grote Kerk in Gorinchem voor de opleiding Kerkelijk Orgelspel.” Spronk bleef maar een jaar of twee organist in Lexmond. In 1950 verongelukt de vader van zijn verloofde, die in Zijderveld woonde. De Hei- en Boeicopper nam daarop diens timmerbedrijf over. „Mijn verloofde werkte bij de dominee. Die zei: „Ik zou maar gauw trouwen als ik jullie was.” Dat hebben we gedaan.”
In die tijd kerkten gereformeerden uit Zijderveld in Schoonrewoerd, legt uit Spronk. Als organist was hij meer dan welkom: binnen de kortste keren zat hij ook in zijn nieuwe gemeente achter het orgel.
Het was niet zijn enige functie. Hij was jarenlang ouderling, voorzitter van de kerkenraad, fungeerde als preeklezer, werd voorzitter van de zangvereniging in Zijderveld, medeoprichter van het dorpshuis en was jarenlang raadslid. „Als gereformeerde werd je opgeleid voor je plaats in kerk, staat en samenleving. Ik heb weleens gedacht: gaat het niet ten koste van mijn vrouw en kinderen? In 1991 kreeg ik een lintje.”
Spronk bleef 63 jaar organist in Schoonrewoerd. „In die jaren is er veel veranderd. In het begin hadden we één bundel: de 150 psalmen en enige gezangen. Later ging je met een paar bundels naar de kerk.”
Als organist maak je veel mee, zegt Spronk. „In Lexmond, waar ik het orgel aantrapte, was een ouderling die altijd voor het orgel uitzong. De organist zei: „Ik zal hem krijgen.” Na twee regels van een psalm stopte hij ineens. Net toen die ouderling een enorme galm inzette.” Later, toen Spronk zelf speelde, sloot hij de dienst vaak af met een lied van Johannes de Heer. „Mijn vrouw zei altijd: „Ik kan aan je orgelspel horen of je de preek mooi vond of niet.” Toen mijn vrouw op een zondag ziek was, speelde iemand anders. Die invaller werd tijdens de preek weggeroepen wegens een sterfgeval. De koster sprong in zijn auto en kwam met razende vaart ons pad op rijden: „Spronk je moet toch spelen.” „Maar dan moet jij op mijn vrouw passen”, zei ik. Zo hebben we het gedaan.”
Na het overlijden van zijn vrouw, twaalf jaar geleden, verhuisde hij naar Houten en stopte met het orgelspel in Schoonrewoerd. „Na een tijdje vroeg de gemeente of ik terug wilde komen. Ik ben toen de avonddiensten gaan spelen.”
Onlangs stopte Spronk definitief. Onder meer door de komst van de nieuwste versie van het Liedboek. „Bovendien wordt mijn gehoor minder. Je kunt beter stoppen als het nog goed gaat” Een groot afscheid wilde hij niet. „Ik was al twee keer eerder gehuldigd. Maar in de avonddienst was twee keer zo veel volk als anders. Bij het uitgaan van de kerk heb ik nog één keer alle registers opengetrokken. Ik speelde ”Dank sei Dir Herr” van Händel.” Ik heb lang mogen spelen. Dan is een danklied op zijn plaats.”