Volgens de Gemeentewet moeten er in een gemeente ten minste twee wethouders zijn. In Scherpenzeel is er nog maar één: SGP’er Vreeswijk. Wethouder Van de Glind (Gemeentebelangen) trad twee weken geleden af om belangenverstrengeling te voorkomen in verband met illegale bewoning door zijn ex-vrouw van een bijgebouw op een terrein in het buitengebied van Scherpenzeel.

Gemeentebelangen en SGP, die samen zeven van de dertien zetels in de gemeenteraad hebben, achten het niet wenselijk dat hij wordt vervangen. De reden is kostenbesparing. In de huidige gemeenteraadsperiode zijn nog twee raadsvergaderingen en twee commissievergaderingen te gaan. In april, na de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart, treedt een nieuw college van burgemeester en wethouders aan. Visser: „Als we voor drie maanden een nieuwe wethouder benoemen, heeft die daarna twee jaar lang recht op wachtgeld. Dat zou de gemeente zo een ton kosten. Mogelijk spreekt de raad er komende donderdag nog over, maar het ziet ernaar uit dat we voorlopig verder gaan met één burgemeester en één wethouder.”

Formeel verandert er wel wat. In het geval er geen twee wethouders meer zijn, legt de Gemeentewet alle bevoegdheid bij de burgemeester. De overgebleven wethouder is dan niet meer dan adviseur, hij heeft in collegevergaderingen geen stemrecht. Daarover zijn afspraken gemaakt, zegt burgemeester Visser. „Ik zal niet iets besluiten als we het niet samen eens zijn. Wethouder Vreeswijk blijft volwaardig zijn plaats in het college innemen. In de praktijk doen we het gewoon met z’n tweeën.”

Visser werd in september als jongste burgemeester van Nederland in Scherpenzeel geïnstalleerd. „Ik heb het geluk dat ik ruim drie jaar wethouder ben geweest, in Urk, en dus voor het eerst in het lokale bestuur kom kijken. Ik proef vertrouwen bij de gemeenteraad en we hebben een goede gemeentesecretaris. Ik durf het daarom wel aan om onze verantwoordelijkheid te nemen. Ideaal is het niet, en makkelijk ook niet, maar samen komen we er wel doorheen.”