Oplossing voor zelfstandig blijven wonen: cabine in de achtertuin
DEN HAAG. Te goed voor een verpleeghuis, te slecht om zonder aanpassingen thuis te kunnen blijven wonen. Steeds meer ouderen zullen daarmee te maken krijgen. Thuis wonen mét aanpassingen is het ideaal van de burger en nu ook van de overheid. Gemeenten denken steeds vaker graag mee over bijvoorbeeld een kleine mantelzorgwoning in de achtertuin.
Neem mevrouw Van Ballegooij uit Lent, in de buurt van Nijmegen. Zo’n vijftig jaar woonde zij in dezelfde woning, maar het werd steeds lastiger. De oplossing bleek voor de hand te liggen: ze verkocht haar woning aan haar dochter Ineke. Die trok het ouderlijk huis in en mevrouw Van Ballegooij ging in een verplaatsbare mantelzorgwoning in haar voormalige tuin wonen.
Of neem mevrouw Kievits uit Zwijndrecht. Haar man was overleden, ze had artrose en kwam nog één keer per jaar buiten. Totdat ze met haar dochter de stoute schoenen aantrok en naar Amersfoort verhuisde, waar haar dochter woont. Een speciale woning in de tuin haalde haar uit haar isolement.
Het zijn een paar van de enthousiaste verhalen waarmee het bedrijf PasAan uit Den Bosch met succes de boer op gaat. PasAan levert mantelzorgwoningen, zeg maar mobiele huisjes die, mét alle gemakken, eenvoudig in de achtertuin gezet kunnen worden. Want met een beetje aanpassingen kunnen ouderen veel langer thuis wonen, is de gedachte van de oprichters.
Het kabinet omarmt die gedachte nu volop. Deze week verscheen een advies aan de regering om oog te hebben voor kwetsbare groepen zoals zorgbehoevende ouderen die te „goed” zijn vooreen verzorgingshuis. Er komen steeds meer ouderen die tot die groep behoren; niet alleen door de vergrijzing, maar ook omdat er meer eisen gelden om voor een dure plaats in een verzorgingshuis in aanmerking te komen.
Hoog tijd dus voor alternatieven, zoals zogeheten woonzorgzones in woonwijken. En mantelzorgwoningen: aparte, kant-en-klare woningen voor ouderen in bijvoorbeeld de achtertuin bij de kinderen.
Nieuw is dat idee allerminst. „Wij waren zeven jaar geleden al bezig met het ontwikkelen van mantelzorgwoningen”, zegt Peter Veldhuijzen van PasAan. „Toen hadden we eerlijk gezegd veel moeite om deze verhalen voor het voetlicht te krijgen.”
Behalve dan in christelijke kring, haast Veldhuijzen zich te zeggen. Zo deed mevrouw Kievits haar verhaal over de voordelen van een mantelzorgwoning vijf jaar geleden al in deze krant.
Veldhuijzen heeft wel een idee hoe het komt dat christenen hierin „vooroplopen”, zoals hij het noemt. „In christelijke kring wordt het gezin nog als hoeksteen van de samenleving gezien. Zorgen voor ouders hoort daar ook bij. Nu wordt die gedachte bevorderd door de politiek, maar de manier van denken daarachter is natuurlijk niet nieuw.”
Dat het thema leeft onder christenen, ziet Veldhuijzen ook terug in de locaties waar mantelzorgwoningen worden geplaatst. „Pas nog in Uddel, om iets te noemen.”
Zo’n woning is voor de overheid dé oplossing: het scheelt dure zorg in een verzorgingshuis. Maar aan de andere kant: dan moet diezelfde overheid niet dwarsliggen als iemand een mantelzorgwoning in zijn achtertuin wil zetten.
Dat dwarsliggen gebeurde in het verleden maar al te vaak, weet Veldhuijzen. „Dan was het een drama om aan de nodige vergunningen te komen. Maar dat is gelukkig zo goed als voorbij. Gemeenten zien heel goed dat ze steeds meer zorgtaken krijgen, en dat ze op deze manier dingen kunnen afschuiven naar de particulier. Een beetje populair gezegd: help met een mantelzorgwoning, en je bent van twee bejaarden af.”
De verwachting van Veldhuijzen en van soortgelijke organisaties die de laatste jaren als paddenstoelen uit de grond schieten, is dat er in korte tijd veel meer van dit soort mantelzorgwoningen gebouwd gaat worden.