Bevestiging
Hooglied 5:6b
„Mijn ziel ging uit vanwege Zijn spreken.”
De klopper van de deur was stil en gaf geen geluid, maar haar hart begon te kloppen. Ze zegt: „Mijn ziel ging uit vanwege Zijn spreken.” Of: „naar Zijn woorden.” Nu staat zij op van het bed, loopt haar vriend na en zoekt door de straten en stegen, waar zij Hem vinden mocht.
Zo gaat het ook dikwijls in het geestelijk leven: het Woord vertoont niet dadelijk zijn kracht. Daarna laat het nog, zo is vaak bevonden, een prikkel aan de ziel na. Voorbeelden kunnen aangevoerd worden dat jaren na het afscheid van leraren, ja na hun dood zelfs, dit Woord waarachtig is bevonden.
Bemerk dit van de Joden die tevoren Johannes’ prediking gehoord hadden (Johannes 10:41-42). Maar dit had op dat ogenblik geen vat op hen. Zij geloofden niet. Nu komt Jezus en zij zien Zijn grote werken. Wat nu? Het Woord wordt wakker en levendig bij hen. De gedachtenis van Johannes’ prediking, waardoor zij dan ook zagen dat Johannes in alles de waarheid gezegd had van Christus, bewerkt zo hun gemoederen dat ze Jezus aannamen en in Hem geloofden.
Simon Simonides,
predikant te ’s-Gravenhage
(”Leidsman der zwakken aan des Heeren heilige tafel”, 1666)