Haagse ouderling Verweij maakte alle synodes GG sinds 1977 mee
UTRECHT. Ouderling G. H. Verweij was de nestor van de woensdag afgesloten synode van de Gereformeerde Gemeenten. Veertien keer was hij afgevaardigde. In 1977 voor het eerst, woensdag voor het laatst.
De Haagse ambtsdrager sprak woensdagavond aan het einde van de vergadering een aantal hartelijke woorden. Hij dankte de predikanten en ouderlingen voor hun vertrouwen. „Maar het was in de eerste plaats een gave van de Heere dat ik dit kon doen.”
Verweij woonde de synodes graag bij. „Zeker als het er ging over het heil van Sion. Die momenten blijven je bij.”
Er is veel veranderd sinds 1977, zegt Verweij desgevraagd. „De vergaderingen van vroeger waren meer geestelijk. We zijn als kerk naar een strakkere organisatie gegroeid, en dus zijn de besprekingen ook zakelijker. Dat is op zich niet fout. Maar als er net als in de synodevergadering van afgelopen oktober beslag mag zijn, omdat er gesproken wordt over zondige mensen en hun houding ten opzichte van de Heere Die Zijn kerk trouw blijft, dan zijn dat momenten waar je aan terugdenkt.”
Verweij maakte drie presessen mee. „In 1977 was dat ds. A. Vergunst. Daarna zeven keer ds. A. F. Honkoop en vervolgens zes keer ds. J. J. van Eckeveld.” Met ds. Honkoop –zijn zwager– had hij een bijzondere band, vertelt Verweij in een pauze van de synode.
Van ds. Van Eckeveld vindt hij het knap dat die heel veel voorstellen met algemene stemmen weet aangenomen te krijgen. „Dat is bijzonder. Hij leidt de vergaderingen goed. En bij de afsluiting klinkt in zijn woorden toch altijd nadrukkelijk door dat de Heere het Hoofd van de kerk blijft.”
Verweij noemt het een voorrecht dat hij „met Gods kinderen en knechten de belangen van de kerk heeft mogen behartigen.”
Maar na 37 jaar is het genoeg, vindt hij. „Ik hoop volgende maand 83 te worden. Van de afgevaardigden die er in 1977 waren, is er nu niet één meer hier.”
Over wapenfeiten wil de gepensioneerde groothandelaar in aardappelen het liever niet hebben. Zijn zakelijke kijk op de rapporten hielp de synode vaak wel vooruit. Woensdag deed hij –met zijn kenmerkende, krachtige stem– nog een voorstel om het vastgoed van de evangelisatieposten onder te brengen bij een ander deputaatschap, zodat het deputaatschap voor evangelisatie zich op de Woordverkondiging kan richten. Dat idee werd instemmend ontvangen.
Het was ook Verweijs idee om aan het begin van de synodevergadering een financiële commissie te benoemen die nauwkeurig de financiën van de deputaatschappen onderzoekt, zodat op de synodevergaderingen zelf daar niet diepgaand over gesproken hoeft te worden.
Veel energie stopt Verweij in zijn werk voor de deputaatschappen kerkbouw en grootboek. Die helpen kerken bij nieuw- en verbouw en de financiering daarvan. Hij zit nu nog in drie deputaatschappen. Eerder waren dat er zes. „Maar zo is het goed.”
Heeft hij nog een advies aan jonge(re) afgevaardigden? „Wacht in de vergadering met spreken tot het moment waarop je een zinvolle vraag kunt stellen of waardevolle bijdrage kunt leveren”, klinkt het na even nadenken.
Al die jaren heeft Verweij Gods trouw ervaren, zo zegt hij. „Ik denk vaak aan de regel: „Zo zal Hij alles maken, dat gij u verwonderen moet.” Toen ik een paar weken geleden in het ziekenhuis lag in verband met een operatie voor de plaatsing van een schouderprothese kon ik niet anders zeggen dan: „De Heere is zo getrouw als sterk. Hij zal Zijn werk –ook voor mij– volenden.” De Heere zorgt zo goed voor mij, ook sinds mijn vrouw zes jaar geleden is overleden. Dat is zo groot.”
Levensloop G. H. Verweij
Gerard Hendrikus Verweij werd op 19 februari 1931 geboren in een eenvoudig Haags milieu. Op 10 december 1952 trouwde hij met Agatha Honkoop, jongste dochter van ds. P. Honkoop sr. Van 1966 tot heden dient Verweij de gereformeerde gemeente te Den Haag als ouderling. Sinds 1977 werd hij om de paar jaar afgevaardigd naar de generale synode te Utrecht. Hij was 25 jaar bestuurslid van pabo de Driestar en van het Driestar College, waarvan 20 jaar voorzitter. De gepensioneerde groothandelaar in aardappelen is erelid van de Vereniging tot Reformatorisch getuigenis in het Commerciële Leven (VRCL). Hij is ridder in de Orde van Oranje-Nassau.